Afhandelen (to do) conjugation

Dutch
27 examples

Conjugation of afhandelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
handel af
I do
handelt af
you do
handelt af
he/she/it does
handelen af
we do
handelen af
you all do
handelen af
they do
Present perfect tense
heb afgehandeld
I have done
hebt afgehandeld
you have done
heeft afgehandeld
he/she/it has done
hebben afgehandeld
we have done
hebben afgehandeld
you all have done
hebben afgehandeld
they have done
Past tense
handelde af
I did
handelde af
you did
handelde af
he/she/it did
handelden af
we did
handelden af
you all did
handelden af
they did
Future tense
zal afhandelen
I will do
zult afhandelen
you will do
zal afhandelen
he/she/it will do
zullen afhandelen
we will do
zullen afhandelen
you all will do
zullen afhandelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afhandelen
I would do
zou afhandelen
you would do
zou afhandelen
he/she/it would do
zouden afhandelen
we would do
zouden afhandelen
you all would do
zouden afhandelen
they would do
Subjunctive mood
handele af
I do
handele af
you do
handele af
he/she/it do
handele af
we do
handele af
you all do
handele af
they do
Past perfect tense
had afgehandeld
I had done
had afgehandeld
you had done
had afgehandeld
he/she/it had done
hadden afgehandeld
we had done
hadden afgehandeld
you all had done
hadden afgehandeld
they had done
Future perf.
zal afgehandeld hebben
I will have done
zal afgehandeld hebben
you will have done
zal afgehandeld hebben
he/she/it will have done
zullen afgehandeld hebben
we will have done
zullen afgehandeld hebben
you all will have done
zullen afgehandeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgehandeld hebben
I would have done
zou afgehandeld hebben
you would have done
zou afgehandeld hebben
he/she/it would have done
zouden afgehandeld hebben
we would have done
zouden afgehandeld hebben
you all would have done
zouden afgehandeld hebben
they would have done
Present bijzin tense
afhandel
I do
afhandelt
you do
afhandelt
he/she/it does
afhandelen
we do
afhandelen
you all do
afhandelen
they do
Past bijzin tense
afhandelde
I did
afhandelde
you did
afhandelde
he/she/it did
afhandelden
we did
afhandelden
you all did
afhandelden
they did
Future bijzin tense
zal afhandelen
I will do
zult afhandelen
you will do
zal afhandelen
he/she/it will do
zullen afhandelen
we will do
zullen afhandelen
you all will do
zullen afhandelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afhandelen
I would do
zou afhandelen
you would do
zou afhandelen
he/she/it would do
zouden afhandelen
we would do
zouden afhandelen
you all would do
zouden afhandelen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afhandele
I do
afhandele
you do
afhandele
he/she/it do
afhandele
we do
afhandele
you all do
afhandele
they do
Du
Ihr
Imperative mood
handel af
do
handelt af
do

Examples of afhandelen

Example in DutchTranslation in English
'Zero Fourteen": Laat ze hun zaakjes afhandelen, Renan zal later wel met ze afrekenen.-14, let those guys make their delivery Renan is going to hold them down there.
- Ben je klaar met dit afhandelen?- Are you done handling this?
- Connie, laat mij dit maar afhandelen.Hey, what are you wearing, so I make sure I don't wear the same thing?
- Dat kan ik wel afhandelen.I can handle it. Just call me when you're done.
- De zaak afhandelen.What do you think you're doing?
Ze handelen af en toe met anderen in de melkweg, maar veelal zijn ze op zichzelf.They do occasionally trade with others in the galaxy, but for the most part, they keep to themselves.
- Als onze zaken afgehandeld zijn.- When our business is done.
- Het is afgehandeld.- Consider it done.
- Ik heb alles afgehandeld.It's been a good day, getting everything done, you know?
- Mr Shore ik dacht dat de zaak Deaver was afgehandeld.- Mr. Shore. I believe our business is done in regards to Miss Deader.
- lach maar om mij nadat alles was afgehandeld, werd ik gestruisvogeldLaugh away, make fun. But when all is said and done, ♫ I was ostracized ♫
Als ik deze zaak goed afhandel ben ik een stap dichter bij een promotie, wat betekent dat we kunnen trouwen.You know, if I do well on this case, I'm one step closer to a promotion, which means we can afford to get married.
Als je niet blij bent met hoe ik dit afhandel dan kun je wel gaan.If you don't like the way I'm handling this case you can always leave.
Archie, waarom vermaak je je niet even op het web, terwijl ik wat zaken afhandel, en weet je wat?Okay. Archie, why don't you "hang ten" on the web while I talk business, and you know what?
Hoe wil je dat ik Zoe afhandel?What do you want me to do about Zoe?
Ik weet zeker dat ze wachten hoe ik deze neergestorte satelliet zaak afhandel.I'm sure they're waiting to see how_BAR_ I handle this downed satellite situation.
Als je zulke dingen niet goed afhandelt, word je aan het kruis genageld.If you don't handle these things right, you get crucified.
Als we weten waar hij z'n zaakjes afhandelt, hebben we 'm.He's doing business somewhere in the building. We find out where, we got him.
Diane, heb je ooit eerder meegemaakt dat Stern iets geruisloos afhandelt?Diane, have you ever known Stern to do anything quietly?
En ik voel dat als we dat niet ... als je dit niet goed afhandelt... het hem echt kan schaden.And I just feel like if we don't... If you don't handle this just right... it could really scar him.
En interessant, omdat mijn baas de Neel Cody adoptie voor de Fieldings afhandelt.And interesting, because my boss is handling the Neel Cody adoption for the Fieldings.
En ik sprak ook met de notaris die de aankoop afhandelde. Hij vertelde me dat het aan een opmerkelijk lage prijs verkocht werd. Maar hij zei niet waarom dat zo was.He told me that it was acquired at a remarkably low price, but he did not advance an opinion as to why that was.
Ik had het idee dat je niet blij was met hoe ik Joe Genest afhandelde.Well, I was under the impression you didn't like the way I handled Joe Genest.
Ik wilde dat je het afhandelde, en dat deed je.I wanted you to handle it, which you did.
Ze had commentaar op de manier waarop ik een situatie met één van de kinderen afhandelde.She didn't like the way I handled a situation with one of the kids.
Er waren jongens die de hele dag zijn telefoontjes afhandelden.There were guys, that's all they did all day, was take care of Paulie's calls.
Ik wist niet dat Marshals ook bankovervallen afhandelden.I also didn't know that Marshals handled bank robberies.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afhaspelen
reel
afwandelen
walk down
behandelen
handle

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afbrijnen
do
afdruipen
drain
affineren
affiliate
afgaan
go down
afgieten
drain
afgorden
do
afhameren
do
afhangen
depend
afkicken
kick it
afklappen
able to fold

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?