afgieten

to drain

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of afgieten

Translation

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Present tense

giet af

I drain

giet af

you drain

giet af

he/she/it drains

gieten af

we drain

gieten af

you all drain

gieten af

they drain

Present perfect tense

heb afgegoten

I have drained

hebt afgegoten

you have drained

heeft afgegoten

he/she/it has drained

hebben afgegoten

we have drained

hebben afgegoten

you all have drained

hebben afgegoten

they have drained

Past tense

goot af

I drained

goot af

you drained

goot af

he/she/it drained

goten af

we drained

goten af

you all drained

goten af

they drained

Future tense

zal afgieten

I will drain

zult afgieten

you will drain

zal afgieten

he/she/it will drain

zullen afgieten

we will drain

zullen afgieten

you all will drain

zullen afgieten

they will drain

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional mood

zou afgieten

I would drain

zou afgieten

you would drain

zou afgieten

he/she/it would drain

zouden afgieten

we would drain

zouden afgieten

you all would drain

zouden afgieten

they would drain

Subjunctive mood

giete af

I drain

giete af

you drain

giete af

he/she/it drain

giete af

we drain

giete af

you all drain

giete af

they drain

Past perfect tense

had afgegoten

I had drained

had afgegoten

you had drained

had afgegoten

he/she/it had drained

hadden afgegoten

we had drained

hadden afgegoten

you all had drained

hadden afgegoten

they had drained

Future perf.

zal afgegoten hebben

I will have drained

zal afgegoten hebben

you will have drained

zal afgegoten hebben

he/she/it will have drained

zullen afgegoten hebben

we will have drained

zullen afgegoten hebben

you all will have drained

zullen afgegoten hebben

they will have drained

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional perfect tense

zou afgegoten hebben

I would have drained

zou afgegoten hebben

you would have drained

zou afgegoten hebben

he/she/it would have drained

zouden afgegoten hebben

we would have drained

zouden afgegoten hebben

you all would have drained

zouden afgegoten hebben

they would have drained

Present bijzin tense

afgiet

I drain

afgiet

you drain

afgiet

he/she/it drains

afgieten

we drain

afgieten

you all drain

afgieten

they drain

Past bijzin tense

afgoot

I drained

afgoot

you drained

afgoot

he/she/it drained

afgoten

we drained

afgoten

you all drained

afgoten

they drained

Future bijzin tense

zal afgieten

I will drain

zult afgieten

you will drain

zal afgieten

he/she/it will drain

zullen afgieten

we will drain

zullen afgieten

you all will drain

zullen afgieten

they will drain

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional bijzin mood

zou afgieten

I would drain

zou afgieten

you would drain

zou afgieten

he/she/it would drain

zouden afgieten

we would drain

zouden afgieten

you all would drain

zouden afgieten

they would drain

Subjunctive bijzin mood

afgiete

I drain

afgiete

you drain

afgiete

he/she/it drain

afgiete

we drain

afgiete

you all drain

afgiete

they drain

Ihr

Imperative mood

giet af

drain

giet af

drain

Examples of afgieten

Even de aardappels afgieten.

I'm gonna go drain the main vein, how about that?

Halen jullie de pils, ik moet de piepers afgieten.

(Lewis) OK, you guys, you get the suds. I gotta go drain the lizard.

Je bent het water aan het afgieten heh

You're draining the boil right now?

Nu moet ik de aardappels nog afgieten... het bord met sausjes maken en aan de vis begin...

Okay. Now, all l gotta do is drain the potatoes... finish my relish tray, and get my fish going.

afgieten

Conjugation of afgieten

Examples of afgieten

Further details about this page

LOCATION

afgieten

Conjugation of afgieten

Examples of afgieten

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES