Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Affineren (to affiliate) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
affineer
affineert
affineert
affineren
affineren
affineren
Present perfect tense
heb geaffineerd
hebt geaffineerd
heeft geaffineerd
hebben geaffineerd
hebben geaffineerd
hebben geaffineerd
Past tense
affineerde
affineerde
affineerde
affineerden
affineerden
affineerden
Future tense
zal affineren
zult affineren
zal affineren
zullen affineren
zullen affineren
zullen affineren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou affineren
zou affineren
zou affineren
zouden affineren
zouden affineren
zouden affineren
Subjunctive mood
affinere
affinere
affinere
affinere
affinere
affinere
Past perfect tense
had geaffineerd
had geaffineerd
had geaffineerd
hadden geaffineerd
hadden geaffineerd
hadden geaffineerd
Future perf.
zal geaffineerd hebben
zal geaffineerd hebben
zal geaffineerd hebben
zullen geaffineerd hebben
zullen geaffineerd hebben
zullen geaffineerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geaffineerd hebben
zou geaffineerd hebben
zou geaffineerd hebben
zouden geaffineerd hebben
zouden geaffineerd hebben
zouden geaffineerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
affineer
affineert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

raffineren
refine

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'affiliate':

None found.