Zoeten (to sugar) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of zoeten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zoet
I sugar
zoet
you sugar
zoet
he/she/it sugars
zoeten
we sugar
zoeten
you all sugar
zoeten
they sugar
Present perfect tense
heb gezoet
I have sugared
hebt gezoet
you have sugared
heeft gezoet
he/she/it has sugared
hebben gezoet
we have sugared
hebben gezoet
you all have sugared
hebben gezoet
they have sugared
Past tense
zoette
I sugared
zoette
you sugared
zoette
he/she/it sugared
zoetten
we sugared
zoetten
you all sugared
zoetten
they sugared
Future tense
zal zoeten
I will sugar
zult zoeten
you will sugar
zal zoeten
he/she/it will sugar
zullen zoeten
we will sugar
zullen zoeten
you all will sugar
zullen zoeten
they will sugar
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zoeten
I would sugar
zou zoeten
you would sugar
zou zoeten
he/she/it would sugar
zouden zoeten
we would sugar
zouden zoeten
you all would sugar
zouden zoeten
they would sugar
Subjunctive mood
zoete
I sugar
zoete
you sugar
zoete
he/she/it sugar
zoete
we sugar
zoete
you all sugar
zoete
they sugar
Past perfect tense
had gezoet
I had sugared
had gezoet
you had sugared
had gezoet
he/she/it had sugared
hadden gezoet
we had sugared
hadden gezoet
you all had sugared
hadden gezoet
they had sugared
Future perf.
zal gezoet hebben
I will have sugared
zal gezoet hebben
you will have sugared
zal gezoet hebben
he/she/it will have sugared
zullen gezoet hebben
we will have sugared
zullen gezoet hebben
you all will have sugared
zullen gezoet hebben
they will have sugared
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezoet hebben
I would have sugared
zou gezoet hebben
you would have sugared
zou gezoet hebben
he/she/it would have sugared
zouden gezoet hebben
we would have sugared
zouden gezoet hebben
you all would have sugared
zouden gezoet hebben
they would have sugared
Du
Ihr
Imperative mood
zoet
sugar
zoet
sugar

Examples of zoeten

Example in DutchTranslation in English
Wederom moet ik m'n eigen churro zoeten.Qué malo. Once again, I must sugar my own churro.
"En toch, uw schoon gesprek was mij als suiker, de harde weg zoet en genoeglijk makend."'And yet your fair discourse hath been as sweet as sugar, making the hard way sweet and delectable.'
'Dat is lekker... ik wil daar beneden komen, waar het bruin en super zoet is."That's good. "l want to get down there where it's brown and super-sugary."
- Deze is zoet.Too much cacao makes it too sugary.
- Geen suiker, het is zoet genoeg voor mij.- No sugar? - No sugar, sweet enough for me.
- Jam te zoet Is.- Jam is too sugary.
- Oke. He daar, zoete suikertaart."Hey, there, sweet sugar cakes.
Al 30 jaar lang is bakkerij Kowolski een begrip in Buffalo vanwege hun zalige zoete Polski pierogies waarvan je in 'n suikercoma kan raken.For three decades, the Kowolski family bakery... has been a mainstay in downtown Buffalo... known for their sinfully sweet, cream-filled Polski pierogis... and the occasional sugar-induced coma that follows.
Dacht je dat ik zoete broodjes kwam bakken?Did you think I was gonna come in here all sugar and spice?
Dan zuig je het ijs en de limonade tegelijkertijd op... zodat je de perfecte combinatie van zoete heerlijkheden binnenkrijgt.Then you suck up the ice cream and the soda simultaneously to deliver the perfect blend of sugary goodness, like so.
Dat is goed, maar niet van die zoete rommel.Yeah, I will. But none of that sugary stuff. Okay.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afeten
eat them
boeten
do penance
gieten
pour
moeten
must
nieten
staple
opeten
eat
roeten
do
speten
do
toeten
toot
vreten
stuff
zanten
do
zetten
put
ziften
sieve
zitten
sit
zoeken
search

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

wortelen
flounder
wroegen
do
wrokken
chafe
zijgen
slump
zoenen
kiss
zoetvijlen
do
zulten
pot
zwalpen
drift about
zwartselen
black remains
zwartwerken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sugar':

None found.
Learning languages?