Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Zeiken (to whine) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zeik
zeikt
zeikt
zeiken
zeiken
zeiken
Present perfect tense
heb gezeken;heb gezeikt
hebt gezeken;hebt gezeikt
heeft gezeken;heeft gezeikt
hebben gezeken;hebben gezeikt
hebben gezeken;hebben gezeikt
hebben gezeken;hebben gezeikt
Past tense
zeek;zeikte
zeek;zeikte
zeek;zeikte
zeken;zeikten
zeken;zeikten
zeken;zeikten
Future tense
zal zeiken
zult zeiken
zal zeiken
zullen zeiken
zullen zeiken
zullen zeiken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zeiken
zou zeiken
zou zeiken
zouden zeiken
zouden zeiken
zouden zeiken
Subjunctive mood
zeike
zeike
zeike
zeike
zeike
zeike
Past perfect tense
had gezeken;had gezeikt
had gezeken;had gezeikt
had gezeken;had gezeikt
hadden gezeken;hadden gezeikt
hadden gezeken;hadden gezeikt
hadden gezeken;hadden gezeikt
Future perf.
zal gezeken hebben;zal gezeikt hebben
zal gezeken hebben;zal gezeikt hebben
zal gezeken hebben;zal gezeikt hebben
zullen gezeken hebben;zullen gezeikt hebben
zullen gezeken hebben;zullen gezeikt hebben
zullen gezeken hebben;zullen gezeikt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezeken hebben;zou gezeikt hebben
zou gezeken hebben;zou gezeikt hebben
zou gezeken hebben;zou gezeikt hebben
zouden gezeken hebben;zouden gezeikt hebben
zouden gezeken hebben;zouden gezeikt hebben
zouden gezeken hebben;zouden gezeikt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
zeik
zeikt

Examples of zeiken

Example in DutchTranslation in English
Ga nu dus niet lopen zeiken.So don't whine about it now.
Je kunt blijven en erover zeiken als een baby, of je komt met mij en wordt een rijk man.You can either stay here and whine about it like a baby, or you can come with me and be a rich man.
Je kunt zeiken en simmen wat je wilt.You can either bitch and whine or we can get it over with.
Weer een die komt zeiken.There, another one who's come to have a whine.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

duiken
dive
luiken
do
muiken
do
reiken
reach
ruiken
smell
zakken
descend
zeggen
say
zeilen
sail
zenden
leather
zengen
scorch
zetten
put
zeulen
lug
zeuren
whine
zieken
do
zinken
sink

Similar but longer

afzeiken
put down

Random

weren
repulse
wonden
wound
wrongelen
do
zanden
do
zanten
do
zeggen
say
zeilderen
sail approach
zekeren
belay
zijpen
side pin
zoekmaken
mislay

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'whine':

None found.