Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vernestelen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vernestel
vernestelt
vernestelt
vernestelen
vernestelen
vernestelen
Present perfect tense
heb vernesteld
hebt vernesteld
heeft vernesteld
hebben vernesteld
hebben vernesteld
hebben vernesteld
Past tense
vernestelde
vernestelde
vernestelde
vernestelden
vernestelden
vernestelden
Future tense
zal vernestelen
zult vernestelen
zal vernestelen
zullen vernestelen
zullen vernestelen
zullen vernestelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vernestelen
zou vernestelen
zou vernestelen
zouden vernestelen
zouden vernestelen
zouden vernestelen
Subjunctive mood
vernestele
vernestele
vernestele
vernestele
vernestele
vernestele
Past perfect tense
had vernesteld
had vernesteld
had vernesteld
hadden vernesteld
hadden vernesteld
hadden vernesteld
Future perf.
zal vernesteld hebben
zal vernesteld hebben
zal vernesteld hebben
zullen vernesteld hebben
zullen vernesteld hebben
zullen vernesteld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vernesteld hebben
zou vernesteld hebben
zou vernesteld hebben
zouden vernesteld hebben
zouden vernesteld hebben
zouden vernesteld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
vernestel
vernestelt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vermanen
admonish
vermenselijken
anthropomorphize
vermogen
might
vermolmen
do
vermommen
disguise
vermorzelen
waste
vernemen
learn
verneuken
fuck
verongelijken
injure
veroordelen
condemn

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.