Verloten (to raffle) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of verloten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verloot
I raffle
verloot
you raffle
verloot
he/she/it raffles
verloten
we raffle
verloten
you all raffle
verloten
they raffle
Present perfect tense
heb verloot
I have raffled
hebt verloot
you have raffled
heeft verloot
he/she/it has raffled
hebben verloot
we have raffled
hebben verloot
you all have raffled
hebben verloot
they have raffled
Past tense
verlootte
I raffled
verlootte
you raffled
verlootte
he/she/it raffled
verlootten
we raffled
verlootten
you all raffled
verlootten
they raffled
Future tense
zal verloten
I will raffle
zult verloten
you will raffle
zal verloten
he/she/it will raffle
zullen verloten
we will raffle
zullen verloten
you all will raffle
zullen verloten
they will raffle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verloten
I would raffle
zou verloten
you would raffle
zou verloten
he/she/it would raffle
zouden verloten
we would raffle
zouden verloten
you all would raffle
zouden verloten
they would raffle
Subjunctive mood
verlote
I raffle
verlote
you raffle
verlote
he/she/it raffle
verlote
we raffle
verlote
you all raffle
verlote
they raffle
Past perfect tense
had verloot
I had raffled
had verloot
you had raffled
had verloot
he/she/it had raffled
hadden verloot
we had raffled
hadden verloot
you all had raffled
hadden verloot
they had raffled
Future perf.
zal verloot hebben
I will have raffled
zal verloot hebben
you will have raffled
zal verloot hebben
he/she/it will have raffled
zullen verloot hebben
we will have raffled
zullen verloot hebben
you all will have raffled
zullen verloot hebben
they will have raffled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verloot hebben
I would have raffled
zou verloot hebben
you would have raffled
zou verloot hebben
he/she/it would have raffled
zouden verloot hebben
we would have raffled
zouden verloot hebben
you all would have raffled
zouden verloot hebben
they would have raffled
Du
Ihr
Imperative mood
verloot
raffle
verloot
raffle

Examples of verloten

Example in DutchTranslation in English
- Nee, ze verloten ze.No, it's a raffle.
- Verlofpassen om te verloten.It's the weekend passes for the raffle.
- Wil je een verpleegster verloten?You wanna raffle off a nurse ? Is that what I said ?
En nu is het tijd om de taart te verloten.And now it's time for us all to come together, and... do our cake raffle.
Hier hebben we allemaal op gewacht, dus zullen we nu... de volledig georganiseerde reis naar Atlantic City verloten. Jersey, ik kom eraan. - We beginnen zo.I know we're all anxious to get to this, so without further ado, let's raffle off the all-expense-paid trip to Atlantic city!
De meeste begeerlijke vrijgezellen worden verloot voor dates.The town's most eligible bachelors get raffled off for dates.
Het is vreemd om verloot te worden als een soort Disney-cruise.I don't know, it's just weird, you know, me being raffled off like a Disney cruise.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

vergeten
forget
verladen
shift on to
verlagen
lower
verlaten
leave
verleien
do
verlenen
grant
verleren
unlearn
verlezen
be reading
verloden
do
verlopen
expire
verloven
be reading
vermeten
presume
verpoten
pump

Similar but longer

verkloten
fuck

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'raffle':

None found.
Learning languages?