Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

verleren

to unlearn

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of verleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verleer
I unlearn
verleert
you unlearn
verleert
he/she/it unlearns
verleren
we unlearn
verleren
you all unlearn
verleren
they unlearn
Present perfect tense
heb verleerd
I have unlearned
hebt verleerd
you have unlearned
heeft verleerd
he/she/it has unlearned
hebben verleerd
we have unlearned
hebben verleerd
you all have unlearned
hebben verleerd
they have unlearned
Past tense
verleerde
I unlearned
verleerde
you unlearned
verleerde
he/she/it unlearned
verleerden
we unlearned
verleerden
you all unlearned
verleerden
they unlearned
Future tense
zal verleren
I will unlearn
zult verleren
you will unlearn
zal verleren
he/she/it will unlearn
zullen verleren
we will unlearn
zullen verleren
you all will unlearn
zullen verleren
they will unlearn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verleren
I would unlearn
zou verleren
you would unlearn
zou verleren
he/she/it would unlearn
zouden verleren
we would unlearn
zouden verleren
you all would unlearn
zouden verleren
they would unlearn
Subjunctive mood
verlere
I unlearn
verlere
you unlearn
verlere
he/she/it unlearn
verlere
we unlearn
verlere
you all unlearn
verlere
they unlearn
Past perfect tense
had verleerd
I had unlearned
had verleerd
you had unlearned
had verleerd
he/she/it had unlearned
hadden verleerd
we had unlearned
hadden verleerd
you all had unlearned
hadden verleerd
they had unlearned
Future perf.
zal verleerd hebben
I will have unlearned
zal verleerd hebben
you will have unlearned
zal verleerd hebben
he/she/it will have unlearned
zullen verleerd hebben
we will have unlearned
zullen verleerd hebben
you all will have unlearned
zullen verleerd hebben
they will have unlearned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verleerd hebben
I would have unlearned
zou verleerd hebben
you would have unlearned
zou verleerd hebben
he/she/it would have unlearned
zouden verleerd hebben
we would have unlearned
zouden verleerd hebben
you all would have unlearned
zouden verleerd hebben
they would have unlearned
Du
Ihr
Imperative mood
verleer
unlearn
verleert
unlearn

Examples of verleren

Denk aan wat ik moest verleren.

And then... think what I've had to unlearn.

Maar belangrijker, om te verleren.

More importantly,to unlearn.