- Het spontane uitbraken van vreemde objecten. Een teken dat iemand bezeten is. | - Spontaneous vomiting or disgorgement of foul or strange objects, usually associated with someone possessed. |
Mijn maag kan dit verdriet niet aan, als een dronkaard moet ik het uitbraken. | For why my bowels cannot hide her woes, but like a drunkard must I vomit them. |
Wat zou je anders wel uitbraken... wanneer we weer zo een griezelige zaak tegenkomen? | What are you gonna vomit when we come across one of those, uh, horrific cases ? |
Wij zagen de aarde obsceniteiten en godslasterlijkheden uitbraken over hare lippen, van nachtmerrieachtige proporties. | We have seen the earth vomit forth from her lips obscenities and profanities of such nightmare proportions. |
Ik denk dat we een cholera uitbraak hebben, allemaal dezelfde symptomen... aan ieder die ik het vroeg, bloederige diarree, braken, koortsaanvallen. | Well, I'd say we've got a cholera outbreak on our hands. Same symptoms of everyone I ask: uh, bloody diarrhea, vomiting, dazed by fevers. |
En als hij de medicatie uitbraakt? | What if the kid vomited Tylenol he got in triage? |
Ik hield haar haar vast terwijl ze de pannenkoeken uitbraakte. | I held my date's hair while she vomited pancakes in the parking lot. |