Get a Dutch Tutor

toedelen

to allocate

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of toedelen

Translation

Ik

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Present tense

deel toe

I allocate

deelt toe

you allocate

deelt toe

he/she/it allocates

delen toe

we allocate

delen toe

you all allocate

delen toe

they allocate

Present perfect tense

heb toegedeeld

I have allocated

hebt toegedeeld

you have allocated

heeft toegedeeld

he/she/it has allocated

hebben toegedeeld

we have allocated

hebben toegedeeld

you all have allocated

hebben toegedeeld

they have allocated

Past tense

deelde toe

I allocated

deelde toe

you allocated

deelde toe

he/she/it allocated

deelden toe

we allocated

deelden toe

you all allocated

deelden toe

they allocated

Future tense

zal toedelen

I will allocate

zult toedelen

you will allocate

zal toedelen

he/she/it will allocate

zullen toedelen

we will allocate

zullen toedelen

you all will allocate

zullen toedelen

they will allocate

Ik

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional mood

zou toedelen

I would allocate

zou toedelen

you would allocate

zou toedelen

he/she/it would allocate

zouden toedelen

we would allocate

zouden toedelen

you all would allocate

zouden toedelen

they would allocate

Subjunctive mood

dele toe

I allocate

dele toe

you allocate

dele toe

he/she/it allocate

dele toe

we allocate

dele toe

you all allocate

dele toe

they allocate

Past perfect tense

had toegedeeld

I had allocated

had toegedeeld

you had allocated

had toegedeeld

he/she/it had allocated

hadden toegedeeld

we had allocated

hadden toegedeeld

you all had allocated

hadden toegedeeld

they had allocated

Future perf.

zal toegedeeld hebben

I will have allocated

zal toegedeeld hebben

you will have allocated

zal toegedeeld hebben

he/she/it will have allocated

zullen toegedeeld hebben

we will have allocated

zullen toegedeeld hebben

you all will have allocated

zullen toegedeeld hebben

they will have allocated

Ik

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional perfect tense

zou toegedeeld hebben

I would have allocated

zou toegedeeld hebben

you would have allocated

zou toegedeeld hebben

he/she/it would have allocated

zouden toegedeeld hebben

we would have allocated

zouden toegedeeld hebben

you all would have allocated

zouden toegedeeld hebben

they would have allocated

Present bijzin tense

toedeel

I allocate

toedeelt

you allocate

toedeelt

he/she/it allocates

toedelen

we allocate

toedelen

you all allocate

toedelen

they allocate

Past bijzin tense

toedeelde

I allocated

toedeelde

you allocated

toedeelde

he/she/it allocated

toedeelden

we allocated

toedeelden

you all allocated

toedeelden

they allocated

Future bijzin tense

zal toedelen

I will allocate

zult toedelen

you will allocate

zal toedelen

he/she/it will allocate

zullen toedelen

we will allocate

zullen toedelen

you all will allocate

zullen toedelen

they will allocate

Ik

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional bijzin mood

zou toedelen

I would allocate

zou toedelen

you would allocate

zou toedelen

he/she/it would allocate

zouden toedelen

we would allocate

zouden toedelen

you all would allocate

zouden toedelen

they would allocate

Subjunctive bijzin mood

toedele

I allocate

toedele

you allocate

toedele

he/she/it allocate

toedele

we allocate

toedele

you all allocate

toedele

they allocate

Du

Ihr

Imperative mood

deel to

allocate

deelt t

allocate

Further details about this page

LOCATION