Poedelen (to splash) conjugation

Dutch

Conjugation of poedelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
poedel
I splash
poedelt
you splash
poedelt
he/she/it splashes
poedelen
we splash
poedelen
you all splash
poedelen
they splash
Present perfect tense
heb gepoedeld
I have splashed
hebt gepoedeld
you have splashed
heeft gepoedeld
he/she/it has splashed
hebben gepoedeld
we have splashed
hebben gepoedeld
you all have splashed
hebben gepoedeld
they have splashed
Past tense
poedelde
I splashed
poedelde
you splashed
poedelde
he/she/it splashed
poedelden
we splashed
poedelden
you all splashed
poedelden
they splashed
Future tense
zal poedelen
I will splash
zult poedelen
you will splash
zal poedelen
he/she/it will splash
zullen poedelen
we will splash
zullen poedelen
you all will splash
zullen poedelen
they will splash
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou poedelen
I would splash
zou poedelen
you would splash
zou poedelen
he/she/it would splash
zouden poedelen
we would splash
zouden poedelen
you all would splash
zouden poedelen
they would splash
Subjunctive mood
poedele
I splash
poedele
you splash
poedele
he/she/it splash
poedele
we splash
poedele
you all splash
poedele
they splash
Past perfect tense
had gepoedeld
I had splashed
had gepoedeld
you had splashed
had gepoedeld
he/she/it had splashed
hadden gepoedeld
we had splashed
hadden gepoedeld
you all had splashed
hadden gepoedeld
they had splashed
Future perf.
zal gepoedeld hebben
I will have splashed
zal gepoedeld hebben
you will have splashed
zal gepoedeld hebben
he/she/it will have splashed
zullen gepoedeld hebben
we will have splashed
zullen gepoedeld hebben
you all will have splashed
zullen gepoedeld hebben
they will have splashed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepoedeld hebben
I would have splashed
zou gepoedeld hebben
you would have splashed
zou gepoedeld hebben
he/she/it would have splashed
zouden gepoedeld hebben
we would have splashed
zouden gepoedeld hebben
you all would have splashed
zouden gepoedeld hebben
they would have splashed
Du
Ihr
Imperative mood
poedel
splash
poedelt
splash

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doedelen
doodle
fiedelen
fiddle
meedelen
inform
paddelen
do
peddelen
paddle
pendelen
commute
poederen
powder
portelen
do
puddelen
publish
riedelen
do
toedelen
allocate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

pillen
do
plaatsgrijpen
take place
plasregenen
heavy rain
plenzen
do
ploffen
plop
pluimstrijken
flam
pocheren
poach
poederen
powder
pokeren
poke the fire
popelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'splash':

None found.
Learning languages?