Toebedelen (to allocate) conjugation

Dutch

Conjugation of toebedelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bedeel toe
I allocate
bedeelt toe
you allocate
bedeelt toe
he/she/it allocates
bedelen toe
we allocate
bedelen toe
you all allocate
bedelen toe
they allocate
Present perfect tense
heb toebedeeld
I have allocated
hebt toebedeeld
you have allocated
heeft toebedeeld
he/she/it has allocated
hebben toebedeeld
we have allocated
hebben toebedeeld
you all have allocated
hebben toebedeeld
they have allocated
Past tense
bedeelde toe
I allocated
bedeelde toe
you allocated
bedeelde toe
he/she/it allocated
bedeelden toe
we allocated
bedeelden toe
you all allocated
bedeelden toe
they allocated
Future tense
zal toebedelen
I will allocate
zult toebedelen
you will allocate
zal toebedelen
he/she/it will allocate
zullen toebedelen
we will allocate
zullen toebedelen
you all will allocate
zullen toebedelen
they will allocate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toebedelen
I would allocate
zou toebedelen
you would allocate
zou toebedelen
he/she/it would allocate
zouden toebedelen
we would allocate
zouden toebedelen
you all would allocate
zouden toebedelen
they would allocate
Subjunctive mood
bedele toe
I allocate
bedele toe
you allocate
bedele toe
he/she/it allocate
bedele toe
we allocate
bedele toe
you all allocate
bedele toe
they allocate
Past perfect tense
had toebedeeld
I had allocated
had toebedeeld
you had allocated
had toebedeeld
he/she/it had allocated
hadden toebedeeld
we had allocated
hadden toebedeeld
you all had allocated
hadden toebedeeld
they had allocated
Future perf.
zal toebedeeld hebben
I will have allocated
zal toebedeeld hebben
you will have allocated
zal toebedeeld hebben
he/she/it will have allocated
zullen toebedeeld hebben
we will have allocated
zullen toebedeeld hebben
you all will have allocated
zullen toebedeeld hebben
they will have allocated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toebedeeld hebben
I would have allocated
zou toebedeeld hebben
you would have allocated
zou toebedeeld hebben
he/she/it would have allocated
zouden toebedeeld hebben
we would have allocated
zouden toebedeeld hebben
you all would have allocated
zouden toebedeeld hebben
they would have allocated
Present bijzin tense
toebedeel
I allocate
toebedeelt
you allocate
toebedeelt
he/she/it allocates
toebedelen
we allocate
toebedelen
you all allocate
toebedelen
they allocate
Past bijzin tense
toebedeelde
I allocated
toebedeelde
you allocated
toebedeelde
he/she/it allocated
toebedeelden
we allocated
toebedeelden
you all allocated
toebedeelden
they allocated
Future bijzin tense
zal toebedelen
I will allocate
zult toebedelen
you will allocate
zal toebedelen
he/she/it will allocate
zullen toebedelen
we will allocate
zullen toebedelen
you all will allocate
zullen toebedelen
they will allocate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toebedelen
I would allocate
zou toebedelen
you would allocate
zou toebedelen
he/she/it would allocate
zouden toebedelen
we would allocate
zouden toebedelen
you all would allocate
zouden toebedelen
they would allocate
Subjunctive bijzin mood
toebedele
I allocate
toebedele
you allocate
toebedele
he/she/it allocate
toebedele
we allocate
toebedele
you all allocate
toebedele
they allocate
Du
Ihr
Imperative mood
bedeel to
allocate
bedeelt t
allocate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'allocate':

None found.
Learning languages?