Tokkelen (to strum) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of tokkelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tokkel
I strum
tokkelt
you strum
tokkelt
he/she/it strums
tokkelen
we strum
tokkelen
you all strum
tokkelen
they strum
Present perfect tense
heb getokkeld
I have strummed
hebt getokkeld
you have strummed
heeft getokkeld
he/she/it has strummed
hebben getokkeld
we have strummed
hebben getokkeld
you all have strummed
hebben getokkeld
they have strummed
Past tense
tokkelde
I strummed
tokkelde
you strummed
tokkelde
he/she/it strummed
tokkelden
we strummed
tokkelden
you all strummed
tokkelden
they strummed
Future tense
zal tokkelen
I will strum
zult tokkelen
you will strum
zal tokkelen
he/she/it will strum
zullen tokkelen
we will strum
zullen tokkelen
you all will strum
zullen tokkelen
they will strum
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tokkelen
I would strum
zou tokkelen
you would strum
zou tokkelen
he/she/it would strum
zouden tokkelen
we would strum
zouden tokkelen
you all would strum
zouden tokkelen
they would strum
Subjunctive mood
tokkele
I strum
tokkele
you strum
tokkele
he/she/it strum
tokkele
we strum
tokkele
you all strum
tokkele
they strum
Past perfect tense
had getokkeld
I had strummed
had getokkeld
you had strummed
had getokkeld
he/she/it had strummed
hadden getokkeld
we had strummed
hadden getokkeld
you all had strummed
hadden getokkeld
they had strummed
Future perf.
zal getokkeld hebben
I will have strummed
zal getokkeld hebben
you will have strummed
zal getokkeld hebben
he/she/it will have strummed
zullen getokkeld hebben
we will have strummed
zullen getokkeld hebben
you all will have strummed
zullen getokkeld hebben
they will have strummed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getokkeld hebben
I would have strummed
zou getokkeld hebben
you would have strummed
zou getokkeld hebben
he/she/it would have strummed
zouden getokkeld hebben
we would have strummed
zouden getokkeld hebben
you all would have strummed
zouden getokkeld hebben
they would have strummed
Du
Ihr
Imperative mood
tokkel
strum
tokkelt
strum

Examples of tokkelen

Example in DutchTranslation in English
(Gitaar tokkelen in de buurt)(guitar strumming nearby)
(Gitaar tokkelen)(guitars strumming)
De orthopeed moest er een pin in doen, dus ten minste acht weken niet tokkelen, oké?Ortho had to put a pin in it, so no, uh, strumming it For at least eight weeks, okay?
Dit is heel romantisch en zo... maar je kunt ook op mij tokkelen.This is very romantic and everything but I too can be strummed and twanged.
Dus, gewoon tokkelen.Now, just strum.
- Ik tokkel wel.I'll strum.
Blaas op een gitaar, en tokkel op een trompet.Blow on a guitar and strum a trumpet.
Dus tokkel op je sitar, volg de goeroe... geef de LSD door, zomer van de liefde, flower power.Oh, that's so strum your sitar, dig the Maharishi, pass the owsley, - summer of love, flower power, hippie-dippie, I can't stand it. - You don't have to.
Ik tokkel maar wat.I just strum along.
Jij tokkelt maar wat op die stomme banjo.You strumming away on that stupid banjo.
Waarom niet één of andere Zwitser inhuren die een bladgouden suspensoir draagt en op een harp tokkelt.Why not hire some swish to wear a gold-leaf jockstrap and strum a harp?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bikkelen
do
hakkelen
do
kokkelen
do
kukkelen
do
mokkelen
do
pikkelen
do
sukkelen
whiz
tackelen
tackle
tikkelen
do
tinkelen
tinkle
toedelen
allocate
tortelen
do
touwelen
do
wikkelen
wrap

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

toemeten
mete
toesmijten
do
toetakelen
whip
toeven
stay
toezenden
transmit
toiletteren
commend
tokken
cluck
tomen
bridle
transcenderen
transcend
transformeren
transform

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'strum':

None found.
Learning languages?