Toehalen (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of toehalen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
haal toe
I do
haalt toe
you do
haalt toe
he/she/it does
halen toe
we do
halen toe
you all do
halen toe
they do
Present perfect tense
heb toegehaald
I have done
hebt toegehaald
you have done
heeft toegehaald
he/she/it has done
hebben toegehaald
we have done
hebben toegehaald
you all have done
hebben toegehaald
they have done
Past tense
haalde toe
I did
haalde toe
you did
haalde toe
he/she/it did
haalden toe
we did
haalden toe
you all did
haalden toe
they did
Future tense
zal toehalen
I will do
zult toehalen
you will do
zal toehalen
he/she/it will do
zullen toehalen
we will do
zullen toehalen
you all will do
zullen toehalen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toehalen
I would do
zou toehalen
you would do
zou toehalen
he/she/it would do
zouden toehalen
we would do
zouden toehalen
you all would do
zouden toehalen
they would do
Subjunctive mood
hale toe
I do
hale toe
you do
hale toe
he/she/it do
hale toe
we do
hale toe
you all do
hale toe
they do
Past perfect tense
had toegehaald
I had done
had toegehaald
you had done
had toegehaald
he/she/it had done
hadden toegehaald
we had done
hadden toegehaald
you all had done
hadden toegehaald
they had done
Future perf.
zal toegehaald hebben
I will have done
zal toegehaald hebben
you will have done
zal toegehaald hebben
he/she/it will have done
zullen toegehaald hebben
we will have done
zullen toegehaald hebben
you all will have done
zullen toegehaald hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegehaald hebben
I would have done
zou toegehaald hebben
you would have done
zou toegehaald hebben
he/she/it would have done
zouden toegehaald hebben
we would have done
zouden toegehaald hebben
you all would have done
zouden toegehaald hebben
they would have done
Present bijzin tense
toehaal
I do
toehaalt
you do
toehaalt
he/she/it does
toehalen
we do
toehalen
you all do
toehalen
they do
Past bijzin tense
toehaalde
I did
toehaalde
you did
toehaalde
he/she/it did
toehaalden
we did
toehaalden
you all did
toehaalden
they did
Future bijzin tense
zal toehalen
I will do
zult toehalen
you will do
zal toehalen
he/she/it will do
zullen toehalen
we will do
zullen toehalen
you all will do
zullen toehalen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toehalen
I would do
zou toehalen
you would do
zou toehalen
he/she/it would do
zouden toehalen
we would do
zouden toehalen
you all would do
zouden toehalen
they would do
Subjunctive bijzin mood
toehale
I do
toehale
you do
toehale
he/she/it do
toehale
we do
toehale
you all do
toehale
they do
Du
Ihr
Imperative mood
haal to
do
haalt t
do

Examples of toehalen

Example in DutchTranslation in English
Niet naar je toehalen. Kijk ernaar.Don't grab it, don't grab it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

toedelen
allocate
toehoren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?