Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Schandaliseren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schandaliseer
schandaliseert
schandaliseert
schandaliseren
schandaliseren
schandaliseren
Present perfect tense
heb geschandaliseerd
hebt geschandaliseerd
heeft geschandaliseerd
hebben geschandaliseerd
hebben geschandaliseerd
hebben geschandaliseerd
Past tense
schandaliseerde
schandaliseerde
schandaliseerde
schandaliseerden
schandaliseerden
schandaliseerden
Future tense
zal schandaliseren
zult schandaliseren
zal schandaliseren
zullen schandaliseren
zullen schandaliseren
zullen schandaliseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schandaliseren
zou schandaliseren
zou schandaliseren
zouden schandaliseren
zouden schandaliseren
zouden schandaliseren
Subjunctive mood
schandalisere
schandalisere
schandalisere
schandalisere
schandalisere
schandalisere
Past perfect tense
had geschandaliseerd
had geschandaliseerd
had geschandaliseerd
hadden geschandaliseerd
hadden geschandaliseerd
hadden geschandaliseerd
Future perf.
zal geschandaliseerd hebben
zal geschandaliseerd hebben
zal geschandaliseerd hebben
zullen geschandaliseerd hebben
zullen geschandaliseerd hebben
zullen geschandaliseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geschandaliseerd hebben
zou geschandaliseerd hebben
zou geschandaliseerd hebben
zouden geschandaliseerd hebben
zouden geschandaliseerd hebben
zouden geschandaliseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
schandaliseer
schandaliseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.