Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Routeren (to rout) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of routeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
routeer
I rout
routeert
you rout
routeert
he/she/it routs
routeren
we rout
routeren
you all rout
routeren
they rout
Present perfect tense
heb gerouteerd
I have routed
hebt gerouteerd
you have routed
heeft gerouteerd
he/she/it has routed
hebben gerouteerd
we have routed
hebben gerouteerd
you all have routed
hebben gerouteerd
they have routed
Past tense
routeerde
I routed
routeerde
you routed
routeerde
he/she/it routed
routeerden
we routed
routeerden
you all routed
routeerden
they routed
Future tense
zal routeren
I will rout
zult routeren
you will rout
zal routeren
he/she/it will rout
zullen routeren
we will rout
zullen routeren
you all will rout
zullen routeren
they will rout
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou routeren
I would rout
zou routeren
you would rout
zou routeren
he/she/it would rout
zouden routeren
we would rout
zouden routeren
you all would rout
zouden routeren
they would rout
Subjunctive mood
routere
I rout
routere
you rout
routere
he/she/it rout
routere
we rout
routere
you all rout
routere
they rout
Past perfect tense
had gerouteerd
I had routed
had gerouteerd
you had routed
had gerouteerd
he/she/it had routed
hadden gerouteerd
we had routed
hadden gerouteerd
you all had routed
hadden gerouteerd
they had routed
Future perf.
zal gerouteerd hebben
I will have routed
zal gerouteerd hebben
you will have routed
zal gerouteerd hebben
he/she/it will have routed
zullen gerouteerd hebben
we will have routed
zullen gerouteerd hebben
you all will have routed
zullen gerouteerd hebben
they will have routed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerouteerd hebben
I would have routed
zou gerouteerd hebben
you would have routed
zou gerouteerd hebben
he/she/it would have routed
zouden gerouteerd hebben
we would have routed
zouden gerouteerd hebben
you all would have routed
zouden gerouteerd hebben
they would have routed
Du
Ihr
Imperative mood
routeer
rout
routeert
rout

Examples of routeren

Example in DutchTranslation in English
Misschien kan ik het via een ander segment routeren.I know, I can route it in from another segment.
Het Onion routeer protocol, is niet zo anoniem als jij denkt dat het is.The onion routing protocol, it's not as anonymous as you think it is.
Deze doods-dreigingen werden om-gerouteerd door servers over de hele wereld. Wie ze ook verzond, die weet wel goed zijn sporen te wissen.These death threats were routed through servers all over the world.
Het gesprek wordt matrix-gerouteerd via meerdere zendmasten.Call is being matrix-routed through multiple cell towers.
Nee, videostream is al gerouteerd door een bos van volmachten.No, video stream's been routed through a bunch of proxies.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

keuteren
do
leuteren
dawdle
louteren
do
peuteren
pick
rasteren
screen
resteren
remain
robberen
do
rolleren
honor roll
rouleren
be about
sauteren
do
teuteren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ronddraven
trot about
rondkruipen
crawl
rondscharrelen
potter about
rondtrekken
roam
rondwentelen
wallow
rouleren
be about
rouwdouwen
mourn bash
ruilebuiten
swap out
sabberen
do
samenbundelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rout':

None found.