Rondbreien (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of rondbreien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
brei rond
I do
breit rond
you do
breit rond
he/she/it does
breien rond
we do
breien rond
you all do
breien rond
they do
Present perfect tense
heb rondgebreid
I have done
hebt rondgebreid
you have done
heeft rondgebreid
he/she/it has done
hebben rondgebreid
we have done
hebben rondgebreid
you all have done
hebben rondgebreid
they have done
Past tense
breide rond
I did
breide rond
you did
breide rond
he/she/it did
breiden rond
we did
breiden rond
you all did
breiden rond
they did
Future tense
zal rondbreien
I will do
zult rondbreien
you will do
zal rondbreien
he/she/it will do
zullen rondbreien
we will do
zullen rondbreien
you all will do
zullen rondbreien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rondbreien
I would do
zou rondbreien
you would do
zou rondbreien
he/she/it would do
zouden rondbreien
we would do
zouden rondbreien
you all would do
zouden rondbreien
they would do
Subjunctive mood
breie rond
I do
breie rond
you do
breie rond
he/she/it do
breie rond
we do
breie rond
you all do
breie rond
they do
Past perfect tense
had rondgebreid
I had done
had rondgebreid
you had done
had rondgebreid
he/she/it had done
hadden rondgebreid
we had done
hadden rondgebreid
you all had done
hadden rondgebreid
they had done
Future perf.
zal rondgebreid hebben
I will have done
zal rondgebreid hebben
you will have done
zal rondgebreid hebben
he/she/it will have done
zullen rondgebreid hebben
we will have done
zullen rondgebreid hebben
you all will have done
zullen rondgebreid hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondgebreid hebben
I would have done
zou rondgebreid hebben
you would have done
zou rondgebreid hebben
he/she/it would have done
zouden rondgebreid hebben
we would have done
zouden rondgebreid hebben
you all would have done
zouden rondgebreid hebben
they would have done
Present bijzin tense
rondbrei
I do
rondbreit
you do
rondbreit
he/she/it does
rondbreien
we do
rondbreien
you all do
rondbreien
they do
Past bijzin tense
rondbreide
I did
rondbreide
you did
rondbreide
he/she/it did
rondbreiden
we did
rondbreiden
you all did
rondbreiden
they did
Future bijzin tense
zal rondbreien
I will do
zult rondbreien
you will do
zal rondbreien
he/she/it will do
zullen rondbreien
we will do
zullen rondbreien
you all will do
zullen rondbreien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rondbreien
I would do
zou rondbreien
you would do
zou rondbreien
he/she/it would do
zouden rondbreien
we would do
zouden rondbreien
you all would do
zouden rondbreien
they would do
Subjunctive bijzin mood
rondbreie
I do
rondbreie
you do
rondbreie
he/she/it do
rondbreie
we do
rondbreie
you all do
rondbreie
they do
Du
Ihr
Imperative mood
brei rond
do
breit ron
do

Examples of rondbreien

Example in DutchTranslation in English
Laten we het rondbreien.Let's do some business, yo.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ridiculiseren
ridicule
ringeloren
bully
roeten
do
rommelen
rumble
rondbabbelen
do
rondblikken
round cans
rondbrengen
take round
rondhollen
run around
rondscharrelen
potter about
rondsloffen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?