Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Rondhollen (to run around) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hol rond
holt rond
holt rond
hollen rond
hollen rond
hollen rond
Present perfect tense
heb rondgehold
hebt rondgehold
heeft rondgehold
hebben rondgehold
hebben rondgehold
hebben rondgehold
Past tense
holde rond
holde rond
holde rond
holden rond
holden rond
holden rond
Future tense
zal rondhollen
zult rondhollen
zal rondhollen
zullen rondhollen
zullen rondhollen
zullen rondhollen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rondhollen
zou rondhollen
zou rondhollen
zouden rondhollen
zouden rondhollen
zouden rondhollen
Subjunctive mood
holle rond
holle rond
holle rond
holle rond
holle rond
holle rond
Past perfect tense
had rondgehold
had rondgehold
had rondgehold
hadden rondgehold
hadden rondgehold
hadden rondgehold
Future perf.
zal rondgehold hebben
zal rondgehold hebben
zal rondgehold hebben
zullen rondgehold hebben
zullen rondgehold hebben
zullen rondgehold hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondgehold hebben
zou rondgehold hebben
zou rondgehold hebben
zouden rondgehold hebben
zouden rondgehold hebben
zouden rondgehold hebben
Present bijzin tense
rondhol
rondholt
rondholt
rondhollen
rondhollen
rondhollen
Past bijzin tense
rondholde
rondholde
rondholde
rondholden
rondholden
rondholden
Future bijzin tense
zal rondhollen
zult rondhollen
zal rondhollen
zullen rondhollen
zullen rondhollen
zullen rondhollen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rondhollen
zou rondhollen
zou rondhollen
zouden rondhollen
zouden rondhollen
zouden rondhollen
Subjunctive bijzin mood
rondholle
rondholle
rondholle
rondholle
rondholle
rondholle
Du
Ihr
Imperative mood
hol rond
holt ron

Examples of rondhollen

Example in DutchTranslation in English
Je vrouw brak haar nek 14 jaar geleden, en je dochter omschrijft je als rondhollend als een kip zonder kop.Your wife's neck was broken 14 years ago, and your daughter describes you as running around like a headless chicken.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ronddollen
do
rondtollen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

rijmen
rhyme
rinkelen
ring
roderen
gossip
roekoeën
do
ronddelen
hand round
ronddraven
trot about
rondhangen
loiter
rondhuppelen
do
rondrijden
do
rondvragen
ask around

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'run around':

None found.