Reizen (to travel) conjugation

Dutch
34 examples

Conjugation of reizen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
reis
I travel
reist
you travel
reist
he/she/it travels
reizen
we travel
reizen
you all travel
reizen
they travel
Present perfect tense
heb gereisd
I have travelled
hebt gereisd
you have travelled
heeft gereisd
he/she/it has travelled
hebben gereisd
we have travelled
hebben gereisd
you all have travelled
hebben gereisd
they have travelled
Past tense
reisde
I travelled
reisde
you travelled
reisde
he/she/it travelled
reisden
we travelled
reisden
you all travelled
reisden
they travelled
Future tense
zal reizen
I will travel
zult reizen
you will travel
zal reizen
he/she/it will travel
zullen reizen
we will travel
zullen reizen
you all will travel
zullen reizen
they will travel
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou reizen
I would travel
zou reizen
you would travel
zou reizen
he/she/it would travel
zouden reizen
we would travel
zouden reizen
you all would travel
zouden reizen
they would travel
Subjunctive mood
reize
I travel
reize
you travel
reize
he/she/it travel
reize
we travel
reize
you all travel
reize
they travel
Past perfect tense
had gereisd
I had travelled
had gereisd
you had travelled
had gereisd
he/she/it had travelled
hadden gereisd
we had travelled
hadden gereisd
you all had travelled
hadden gereisd
they had travelled
Future perf.
zal gereisd hebben
I will have travelled
zal gereisd hebben
you will have travelled
zal gereisd hebben
he/she/it will have travelled
zullen gereisd hebben
we will have travelled
zullen gereisd hebben
you all will have travelled
zullen gereisd hebben
they will have travelled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gereisd hebben
I would have travelled
zou gereisd hebben
you would have travelled
zou gereisd hebben
he/she/it would have travelled
zouden gereisd hebben
we would have travelled
zouden gereisd hebben
you all would have travelled
zouden gereisd hebben
they would have travelled
Du
Ihr
Imperative mood
reis
travel
reist
travel

Examples of reizen

Example in DutchTranslation in English
"Aangenomen wordt dat hij verdronken is, maar als hij ontkomen is, is hij zwaar gewond en niet tot reizen in staat.""The belief is that he was drowned, but if he escaped he is thought to be badly wounded and unable to travel far."
"De kwantumfysica sluit reizen in de tijd niet uit.""Common sense may rule out time travel. The laws of quantum physics do not."
"Dit is een veilige en makkelijke manier van reizen.""This is a safe and easy way to travel."
"Een kind geboren op een donderdag zal veel reizen".'A child born on a Thursday travel a lot.'
"Het is niet mogelijk om te reizen onder deze omstandigheden"."It's not possible to travel in these conditions."
"De reis is nog niet ten einde. Het doel is nog niet bereikt.""The traveler hasn't reached his final destination."
"Ik pak donderdag de trein van 2u20 en ik reis alleen."I'll be catching the 2:20 train on Thursday and I'll be travelling alone.
"Ik reis deze week in Taiwan."I am traveling in Taiwan this week.
"Ik reis met de Batisse, een inheemse stam, de geruchten gaan dat er geen recht is.."I've been traveling with the Batisse, an indigenous tribe.
"Ik weet waarom ik door de tijd reis, Nathan."I have figured out why I travel through time, nathan.
"Er reist een man onder jullie.(Citizen Z) There's a man traveling among you.
"Jij reist de wereld rond, zei hij, laat ze overal zien om een mening te krijgen"..."You travel the world, he'd say, show them round to get an opinion"...
'Hoe snel het licht ook reist, de duisternis is er altijd als eerste.'"No matter how fast light travels, it finds the darkness is always there first."
'Hoe ver de ezel ook reist, hij zal niet terugkomen als...'"If an ass goes a-traveling, he'll not come back a..."
'Hoe ver een ezel ook reist, hij zal niet terugkeren als paard.'"If an ass goes a-traveling, he'll not come back a horse."
- Burt... we hebben je hier op de zoutvlakte unaniem gekozen tot sportman van het jaar... omdat we denken dat niemand ooit zo ver heeft gereisd als jij... om hier te zijn voor de speed week... en normaal zouden we een trofee of zo geven... maar in jouw geval dachten we dat een paar extra dollars... meer van pas zouden komen, dus we zijn met de pet rondgegaan.- Burt... we've unanimously voted you here on the Salt planes, sportsman of the year... because we figured nobody has ever travelled as far as you have... to be here for speed week... so normally we would present a trophy or something like that... but considering your case we thought a few extra dollars... would be more appreciated so we past the hat around.
- Ik heb door de tijd gereisd.- I've travelled in time.
- Ik heb veel gereisd.- I've travelled.
- Jij hebt ook in de tijd gereisd.You've travelled in time. Either one of us would do.
'Na een bezoek aan Monsieur de Treville,... 'reisde D'Artagnan, in een peinzende stemming,... 'de lange weg naar huis..."After visiting Monsieur de Treville, "d'Artagnan, in a pensive mood, "travelled the long road home.
- Als Torchwood geschiedenis schrijft... laat dan weg dat ik met haar moeder reisde.When Torchwood comes to write my complete history, don't tell people that I time travelled with her mother.
- Ik reisde door de tijd.- I travelled through time.
- Of misschien reisde ze veel.Or travelled widely.
17 jaar lang reisde Clara door heel Europa, en hield halte in alle grote gemeentes en steden. Overal waar ze ging stond het volk in de rij om haar te zien.For 17 years, Clara travelled across Europe stopping off in all the main towns and cities.
'De volgende vijf maanden reisden Buck en het hondenteam 1500 kilometer in het koudste weer van het jaar."Over the next five months Buck and the dog team travelled 2,500 miles in the coldest weather of the year.
- Maar de hele wereld heeft het erover. We reisden door de ruimte.The whole world's talking about it, we travelled across space.
- Ze reisden allebei voor zaken, maar ze waren nooit op dezelfde plaats op hetzelfde ogenblik.- Well, sir, they both travelled for business, but so far as I can tell, they were never in the same place at the same time.
Als ze veel reisden, waren ze toch alleen.If they travelled a lot, they were alone.
De Gorgons reisden 3000 jaar geleden naar onze wereld.-The Gorgons travelled here 3000 years ago.
Agenten van Westerse en Chinese inlichtingendiensten waren aanwezig, officieus allemaal reizend onder valse namen.Turns out officers from Western and Chinese intelligence attended, all off the record, all travelling under assumed names.
Alle albatrossen brengen het grootste deel van hun leven op de vleugels door, reizend over de oceanen.All Albatrosses spend most of their lives on the wing, travelling across entire oceans.
Als de COM-SAT op de huidige positie is, 200 mijlen boven het oppervlak, en reizend op een constante snelheid, Wie kan mij vertellen hoe lang we dan contact kunnen houden bij maximale signaalontvangst?If the com sat is at current position, 200 miles above the surface, and travelling at a constant speed, who can tell me how long we'll maintain contact at maximum-signal performance?
Britse spion, werknaam Ellis, reizend met valse Hongaarse papieren... heeft gepoogd een Hongaarse generaal te ontvoeren in Boedapest."British spy, work name Ellis, "travelling with false Hungarian papers, "has attempted to kidnap an unnamed Hungarian General in Budapest.
Dan kan je mee reizen met een reizend circus.And then we can take the word "travelling" out of "travelling circus."

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

buizen
fail
deizen
do
huizen
dwell
luizen
louse
muizen
do
rauzen
do
redden
rescue
reggen
do
reiken
reach
reilen
do
rekken
extend
rellen
do
remmen
brake
rennen
run
renten
do

Similar but longer

afreizen
do
bereizen
get around
nareizen
travel after
omreizen
travel about

Random

recapituleren
reboot
recipiëren
entertain
redevoeren
reason conduct
reformeren
reform
reguleren
do
reinigen
clean
rekenen
calculate
renationaliseren
renationalise
rennen
run
representeren
report

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'travel':

None found.
Learning languages?