Peuzelen (to munch) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of peuzelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
peuzel
I munch
peuzelt
you munch
peuzelt
he/she/it munches
peuzelen
we munch
peuzelen
you all munch
peuzelen
they munch
Present perfect tense
heb gepeuzeld
I have munched
hebt gepeuzeld
you have munched
heeft gepeuzeld
he/she/it has munched
hebben gepeuzeld
we have munched
hebben gepeuzeld
you all have munched
hebben gepeuzeld
they have munched
Past tense
peuzelde
I munched
peuzelde
you munched
peuzelde
he/she/it munched
peuzelden
we munched
peuzelden
you all munched
peuzelden
they munched
Future tense
zal peuzelen
I will munch
zult peuzelen
you will munch
zal peuzelen
he/she/it will munch
zullen peuzelen
we will munch
zullen peuzelen
you all will munch
zullen peuzelen
they will munch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou peuzelen
I would munch
zou peuzelen
you would munch
zou peuzelen
he/she/it would munch
zouden peuzelen
we would munch
zouden peuzelen
you all would munch
zouden peuzelen
they would munch
Subjunctive mood
peuzele
I munch
peuzele
you munch
peuzele
he/she/it munch
peuzele
we munch
peuzele
you all munch
peuzele
they munch
Past perfect tense
had gepeuzeld
I had munched
had gepeuzeld
you had munched
had gepeuzeld
he/she/it had munched
hadden gepeuzeld
we had munched
hadden gepeuzeld
you all had munched
hadden gepeuzeld
they had munched
Future perf.
zal gepeuzeld hebben
I will have munched
zal gepeuzeld hebben
you will have munched
zal gepeuzeld hebben
he/she/it will have munched
zullen gepeuzeld hebben
we will have munched
zullen gepeuzeld hebben
you all will have munched
zullen gepeuzeld hebben
they will have munched
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepeuzeld hebben
I would have munched
zou gepeuzeld hebben
you would have munched
zou gepeuzeld hebben
he/she/it would have munched
zouden gepeuzeld hebben
we would have munched
zouden gepeuzeld hebben
you all would have munched
zouden gepeuzeld hebben
they would have munched
Du
Ihr
Imperative mood
peuzel
munch
peuzelt
munch

Examples of peuzelen

Example in DutchTranslation in English
- Om met huid en haar op te peuzelen.Blueberry, that crunchy-munchy stuff on top.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

beuzelen
trifle
jeuzelen
do
meuzelen
do
neuzelen
do
peddelen
paddle
pendelen
commute
penselen
paint
puzzelen
puzzle

Similar but longer

afpeuzelen
do
oppeuzelen
crimp

Random

pacificeren
pacify
parsen
do
patroneren
pattern
pensioneren
paint
peptiseren
do
perken
do
peuteren
pick
pezen
do
pijnigen
torment
pikken
pilfer

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'munch':

None found.
Learning languages?