Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overschreeuwen (to outcry) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overschreeuw
overschreeuwt
overschreeuwt
overschreeuwen
overschreeuwen
overschreeuwen
Present perfect tense
heb overschreeuwd
hebt overschreeuwd
heeft overschreeuwd
hebben overschreeuwd
hebben overschreeuwd
hebben overschreeuwd
Past tense
overschreeuwde
overschreeuwde
overschreeuwde
overschreeuwden
overschreeuwden
overschreeuwden
Future tense
zal overschreeuwen
zult overschreeuwen
zal overschreeuwen
zullen overschreeuwen
zullen overschreeuwen
zullen overschreeuwen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overschreeuwen
zou overschreeuwen
zou overschreeuwen
zouden overschreeuwen
zouden overschreeuwen
zouden overschreeuwen
Subjunctive mood
overschreeuwe
overschreeuwe
overschreeuwe
overschreeuwe
overschreeuwe
overschreeuwe
Past perfect tense
had overschreeuwd
had overschreeuwd
had overschreeuwd
hadden overschreeuwd
hadden overschreeuwd
hadden overschreeuwd
Future perf.
zal overschreeuwd hebben
zal overschreeuwd hebben
zal overschreeuwd hebben
zullen overschreeuwd hebben
zullen overschreeuwd hebben
zullen overschreeuwd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overschreeuwd hebben
zou overschreeuwd hebben
zou overschreeuwd hebben
zouden overschreeuwd hebben
zouden overschreeuwd hebben
zouden overschreeuwd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
overschreeuw
overschreeuwt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opzijleggen
put aside
overladen
overcharge
overleven
survive
overnaaien
do
overrijden
run over
overschouwen
on watch
overschrijden
exceed
overschrijven
rewrite
overtreden
violate
overtypen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'outcry':

None found.