Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overrijden (to run over) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of overrijden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overrijd
I run over
overrijdt
you run over
overrijdt
he/she/it runs over
overrijden
we run over
overrijden
you all run over
overrijden
they run over
Present perfect tense
heb overreden
I have run over
hebt overreden
you have run over
heeft overreden
he/she/it has run over
hebben overreden
we have run over
hebben overreden
you all have run over
hebben overreden
they have run over
Past tense
overreed
I ran over
overreed
you ran over
overreed
he/she/it ran over
overreden
we ran over
overreden
you all ran over
overreden
they ran over
Future tense
zal overrijden
I will run over
zult overrijden
you will run over
zal overrijden
he/she/it will run over
zullen overrijden
we will run over
zullen overrijden
you all will run over
zullen overrijden
they will run over
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overrijden
I would run over
zou overrijden
you would run over
zou overrijden
he/she/it would run over
zouden overrijden
we would run over
zouden overrijden
you all would run over
zouden overrijden
they would run over
Subjunctive mood
overrijde
I run over
overrijde
you run over
overrijde
he/she/it run over
overrijde
we run over
overrijde
you all run over
overrijde
they run over
Past perfect tense
had overreden
I had run over
had overreden
you had run over
had overreden
he/she/it had run over
hadden overreden
we had run over
hadden overreden
you all had run over
hadden overreden
they had run over
Future perf.
zal overreden hebben
I will have run over
zal overreden hebben
you will have run over
zal overreden hebben
he/she/it will have run over
zullen overreden hebben
we will have run over
zullen overreden hebben
you all will have run over
zullen overreden hebben
they will have run over
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overreden hebben
I would have run over
zou overreden hebben
you would have run over
zou overreden hebben
he/she/it would have run over
zouden overreden hebben
we would have run over
zouden overreden hebben
you all would have run over
zouden overreden hebben
they would have run over
Du
Ihr
Imperative mood
overrijd
run over
overrijdt
run over

Examples of overrijden

Example in DutchTranslation in English
De jongen die je probeerde te overrijden en dan te verdrinken.The kid you tried to run over and then drown.
En nu hebben we een werknemer die een alleenstaande moeder wou overrijden... met resultaat een kogel door het hoofd door dezelfde agent die jij eerder ontsloeg.Now you have an employee who tries to run over a single mother, only to be shot in the head by the same cop that you previously bereaved.
Hoe kun je jezelf overrijden?So how does someone run over himself?
Iemand probeerde Ron Wallace te overrijden met een auto.Someone tried to run over Ron Wallace with a car. It's not a car.
Ik heb nog een kat geprobeerd te overrijden.You know, on the way to the market I tried to run over a cat.
Ik overrijd er een elke keer als ik de kans krijg.I run over one every time I get a chance.
- Alsof ik door een tank overreden ben.Like I was run over by a tank.
- De appel valt niet ver van de boom. Maar deze appel is overreden door een grasmaaier.Well, the apple doesn't fall far from the tree, and apparently this one got run over by a (bleep) lawnmower.
- Die is overreden.- It was run over.
- En als je overreden wordt ?- What if you get run over? - Mommy will pick you up.
- En een goeie manier om overreden te worden.And it's a good way to get run over.
- Je overreed hem bijna.- You almost ran over him!
De man die je overreed is inwoner van het rehabilitatiecentrum in je buurt.The guy you ran over-- he's a resident at the halfway house in your hood.
Een man genaamd Jack Jordan overreed Mr Peck en z n 2 dochters... op 10 oktober om 18:50.This guy named Jack Jordan ran over Mr. Peck and his two little girls... October 10 at 6:50 p. m.
Eens overreed hij een oude dame, en gaf de schuld aan zijn auto.Once he ran over an old lady, and then he blamed it on his car.
En de hond Piri die u overreed toen u bij uw broer wegreed? Wat heeft u daarover te zeggen?- And the dog Piri, that you ran over at 2 a.m. in front of your brother's house?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overlijden
die

Similar but longer

omverrijden
ride down

Random

overerven
inherit
overlijden
die
overmannen
overpower
overnemen
spend the night
overpennen
do
overreden
persuade
overreiken
do
overroeien
do
overslapen
pass the night
overtroeven
overtrump

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'run over':

None found.