Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opdissen (to dish up) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dis op
dist op
dist op
dissen op
dissen op
dissen op
Present perfect tense
heb opgedist
hebt opgedist
heeft opgedist
hebben opgedist
hebben opgedist
hebben opgedist
Past tense
diste op
diste op
diste op
disten op
disten op
disten op
Future tense
zal opdissen
zult opdissen
zal opdissen
zullen opdissen
zullen opdissen
zullen opdissen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opdissen
zou opdissen
zou opdissen
zouden opdissen
zouden opdissen
zouden opdissen
Subjunctive mood
disse op
disse op
disse op
disse op
disse op
disse op
Past perfect tense
had opgedist
had opgedist
had opgedist
hadden opgedist
hadden opgedist
hadden opgedist
Future perf.
zal opgedist hebben
zal opgedist hebben
zal opgedist hebben
zullen opgedist hebben
zullen opgedist hebben
zullen opgedist hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgedist hebben
zou opgedist hebben
zou opgedist hebben
zouden opgedist hebben
zouden opgedist hebben
zouden opgedist hebben
Present bijzin tense
opdis
opdist
opdist
opdissen
opdissen
opdissen
Past bijzin tense
opdiste
opdiste
opdiste
opdisten
opdisten
opdisten
Future bijzin tense
zal opdissen
zult opdissen
zal opdissen
zullen opdissen
zullen opdissen
zullen opdissen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opdissen
zou opdissen
zou opdissen
zouden opdissen
zouden opdissen
zouden opdissen
Subjunctive bijzin mood
opdisse
opdisse
opdisse
opdisse
opdisse
opdisse
Du
Ihr
Imperative mood
dis op
dist op

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

opdienen
serve
opdiepen
dig
opdirken
spruce
oplossen
dissolve
oppassen
do
optassen
do
opvissen
fish up
opwassen
grow

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontgrendelen
unlock
ontwijden
desecrate
ontzinnen
do
opblinken
shine up
opdelven
quarry
opdirken
spruce
opdoeken
do away with
opeenhopen
agglomerate
openbaren
reveal
openknippen
cut open

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dish up':

None found.