Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Nazetten (to take after) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zet na
zet na
zet na
zetten na
zetten na
zetten na
Present perfect tense
heb nagezet
hebt nagezet
heeft nagezet
hebben nagezet
hebben nagezet
hebben nagezet
Past tense
zette na
zette na
zette na
zetten na
zetten na
zetten na
Future tense
zal nazetten
zult nazetten
zal nazetten
zullen nazetten
zullen nazetten
zullen nazetten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nazetten
zou nazetten
zou nazetten
zouden nazetten
zouden nazetten
zouden nazetten
Subjunctive mood
zette na
zette na
zette na
zette na
zette na
zette na
Past perfect tense
had nagezet
had nagezet
had nagezet
hadden nagezet
hadden nagezet
hadden nagezet
Future perf.
zal nagezet hebben
zal nagezet hebben
zal nagezet hebben
zullen nagezet hebben
zullen nagezet hebben
zullen nagezet hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagezet hebben
zou nagezet hebben
zou nagezet hebben
zouden nagezet hebben
zouden nagezet hebben
zouden nagezet hebben
Present bijzin tense
nazet
nazet
nazet
nazetten
nazetten
nazetten
Past bijzin tense
nazette
nazette
nazette
nazetten
nazetten
nazetten
Future bijzin tense
zal nazetten
zult nazetten
zal nazetten
zullen nazetten
zullen nazetten
zullen nazetten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nazetten
zou nazetten
zou nazetten
zouden nazetten
zouden nazetten
zouden nazetten
Subjunctive bijzin mood
nazette
nazette
nazette
nazette
nazette
nazette
Du
Ihr
Imperative mood
zet na
zet na

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afzetten
amputate
bezetten
occupy
inzetten
do
nazeggen
repeat
nazeilen
do
nazenden
redirect
nazitten
do
omzetten
move
opzetten
swell

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

narommelen
do
nasnikken
do
nastaren
stare at
nastromen
do
natellen
count again
navullen
refill
nazenden
redirect
nazien
audit
neerdalen
descend
neersijpelen
trickle down

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'take after':

None found.