Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Monken (to do) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
monk
monkt
monkt
monken
monken
monken
Present perfect tense
heb gemonkt
hebt gemonkt
heeft gemonkt
hebben gemonkt
hebben gemonkt
hebben gemonkt
Past tense
monkte
monkte
monkte
monkten
monkten
monkten
Future tense
zal monken
zult monken
zal monken
zullen monken
zullen monken
zullen monken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou monken
zou monken
zou monken
zouden monken
zouden monken
zouden monken
Subjunctive mood
monke
monke
monke
monke
monke
monke
Past perfect tense
had gemonkt
had gemonkt
had gemonkt
hadden gemonkt
hadden gemonkt
hadden gemonkt
Future perf.
zal gemonkt hebben
zal gemonkt hebben
zal gemonkt hebben
zullen gemonkt hebben
zullen gemonkt hebben
zullen gemonkt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemonkt hebben
zou gemonkt hebben
zou gemonkt hebben
zouden gemonkt hebben
zouden gemonkt hebben
zouden gemonkt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
monk
monkt

Examples of monken

Example in DutchTranslation in English
Een paar geelbruine monk straps, decoratief bij het bovenleer.A pair of double-buck monk straps in tan with a wingtip detailing on the vamp.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

banken
do
bonken
bang
danken
thank
denken
think
dunken
please
hinken
limp
honken
do
janken
lament
linken
link
lonken
ogle
manken
limp
mekken
do
melken
milk
merken
recognise
meuken
do

Similar but longer

monkelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.