Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bonken (to bang) conjugation

Dutch
19 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bonk
bonkt
bonkt
bonken
bonken
bonken
Present perfect tense
heb gebonkt
hebt gebonkt
heeft gebonkt
hebben gebonkt
hebben gebonkt
hebben gebonkt
Past tense
bonkte
bonkte
bonkte
bonkten
bonkten
bonkten
Future tense
zal bonken
zult bonken
zal bonken
zullen bonken
zullen bonken
zullen bonken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bonken
zou bonken
zou bonken
zouden bonken
zouden bonken
zouden bonken
Subjunctive mood
bonke
bonke
bonke
bonke
bonke
bonke
Past perfect tense
had gebonkt
had gebonkt
had gebonkt
hadden gebonkt
hadden gebonkt
hadden gebonkt
Future perf.
zal gebonkt hebben
zal gebonkt hebben
zal gebonkt hebben
zullen gebonkt hebben
zullen gebonkt hebben
zullen gebonkt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebonkt hebben
zou gebonkt hebben
zou gebonkt hebben
zouden gebonkt hebben
zouden gebonkt hebben
zouden gebonkt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
bonk
bonkt

Examples of bonken

Example in DutchTranslation in English
- Blijf bonken... dan denken ze dat we hier nog alletwee zijn.Keep banging. - Where are you going? - They'll think we're both here.
- Ga met je hoofd bonken.- Will you bang your head.
-Tommy, niet bonken.Tommy, no banging.
Als een volgelopen dronkaard iemand aanrijdt, ga je dan op de deuren van General Motors staan bonken?If some booze-besotten drunk runs someone down, do you go banging on the doors at General Motors? .
Als het bonken terug begint, bel ons dan maar.If the banging starts again, just call us.
"Scrabble, scheer je weg." Bonk, bonk, bonk."Scrabble, just knock it off." Bang, bang, bang.
- Soms als hij 'm erin ramt... bonk ik met m'n hoofd tegen de muur.Thanks for sharing, Polly. Sometimes he bangy, bangy, bangy. You know, my head slamming against the wall.
Als ik teveel lawaai maak, bonk je maar op het plafond.If I make too much noise, just bang on the ceiling.
ik hoorde een grote bonk.I heard a big bang.
- Die engerd die op je deur bonkt...- This creep banging on your door...
Dan beseft hij wat hij gedaan heeft en bonkt hij met z'n hoofd tegen de spiegel.And he started banging his head Against the medicine cabinet mirror. - Bull.
Dat gebeurt als je met je hoofd tegen de muur bonkt.This is normal, especially when we bang our head on the wall
Denk je dat het leuk is als iemand op de deur bonkt?- How do you think it feels when someone bangs on the door?
En om het goed te maken, bonkt ie z'n hoofd tegen een gesloten deur.And now, to atone, he's banging his head against a closed door.
Had er wat van gezegd, of op de muur gebonkt.You shoulda-- you shoulda just, you know,said something or--or... banged on the wall.
Ik heb op de deur gebonkt en gesmeekt.I banged on the door. I pounded, I begged!
Je hebt je vrouw in slaap gebonkt.You banged your wife to sleep.
Een grote gekleurde man bonkte op de voordeur en gaf me... in niet mis te verstane bewoordingen... te kennen dat hij het niet op prijs stelde hoe ik Coral behandelde.A large colored man banged on our front door and told me, in no uncertain terms, that he didn't like how I was treating Coral.
Ik ging naar beneden, bonkte op de deur en schreeuwde naar ze.I went down there and I banged on the door and I shouted at them.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

backen
do
bakken
bake
balken
bray
banken
do
bekken
do
beuken
do
bikken
do
blaken
blaze
bleken
bleach
bobben
bob
boeien
shackle
boeken
book
boenen
scrub
boeren
burp
boeten
do penance

Similar but longer

afbonken
do
belonken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bang':

None found.