Kransen (to do) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of kransen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
krans
I do
kranst
you do
kranst
he/she/it does
kransen
we do
kransen
you all do
kransen
they do
Present perfect tense
heb gekranst
I have done
hebt gekranst
you have done
heeft gekranst
he/she/it has done
hebben gekranst
we have done
hebben gekranst
you all have done
hebben gekranst
they have done
Past tense
kranste
I did
kranste
you did
kranste
he/she/it did
kransten
we did
kransten
you all did
kransten
they did
Future tense
zal kransen
I will do
zult kransen
you will do
zal kransen
he/she/it will do
zullen kransen
we will do
zullen kransen
you all will do
zullen kransen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kransen
I would do
zou kransen
you would do
zou kransen
he/she/it would do
zouden kransen
we would do
zouden kransen
you all would do
zouden kransen
they would do
Subjunctive mood
kranse
I do
kranse
you do
kranse
he/she/it do
kranse
we do
kranse
you all do
kranse
they do
Past perfect tense
had gekranst
I had done
had gekranst
you had done
had gekranst
he/she/it had done
hadden gekranst
we had done
hadden gekranst
you all had done
hadden gekranst
they had done
Future perf.
zal gekranst hebben
I will have done
zal gekranst hebben
you will have done
zal gekranst hebben
he/she/it will have done
zullen gekranst hebben
we will have done
zullen gekranst hebben
you all will have done
zullen gekranst hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekranst hebben
I would have done
zou gekranst hebben
you would have done
zou gekranst hebben
he/she/it would have done
zouden gekranst hebben
we would have done
zouden gekranst hebben
you all would have done
zouden gekranst hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
krans
do
kranst
do

Examples of kransen

Example in DutchTranslation in English
Er hingen kleine kransen aan elke deurknop... en maretak en overal stonden kaarsen.And they had tiny wreaths hanging from every doorknob, and mistletoe and candles everywhere.
Hij zei ook dat er waarschijnlijk geitenbaard in die kransen zit.He also said that it was probably meadowsweet in those wreaths.
Linten en kransen, kerstbomen... en kerstmannen, sneeuwpoppen en liedjes. Die je toeschreeuwen:Ribbons and wreaths and mistletoe and trees and Santas and Elves and Frosty the Snowman and Rudolph pounding you in the face:
- Deze krans komt daar.I'm going to put this wreath up here. What's the matter with Rudolph?
De krans is van de deur. - Die is gevallen.I see someone took down the wreath I hung on the door.
Denk je dat ik een krans van rozen eiste bij elke keer dat ik gewond was op het slagveld ? Nu, ik heb zeven koninkrijken waar ik op moet passen en drie van hen zijn openlijk in opstand.Do you think I demanded a garland of roses every time I suffered a wound on a battlefield? Hmm? Now, I have seven kingdoms to look after and three of them are in open rebellion.
Een krans aan de deurA wreath on the door
En ik vond het fijn om je uit zijn deur te zien komen met die grote krans daarop.And I really liked seeing you come out of his door with a big wreath on it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

flansen
slap together
kraaien
crow
krabben
itch
krakken
do
krammen
staple
krassen
scratch
krauwen
claw
krijsen
shriek
krissen
do
kruisen
cruise
sjansen
flirt
stansen
do

Similar but longer

bekransen
garland
omkransen
wreathe

Random

klonen
clone
kniepoten
knee legs
konvooieren
convoy
krakelen
argue
kraken
argue
krammen
staple
krassen
scratch
krieken
do
krieuwen
do
krimpen
shrink

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?