Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Klampen (to clamp) conjugation

Dutch
7 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klamp
klampt
klampt
klampen
klampen
klampen
Present perfect tense
heb geklampt
hebt geklampt
heeft geklampt
hebben geklampt
hebben geklampt
hebben geklampt
Past tense
klampte
klampte
klampte
klampten
klampten
klampten
Future tense
zal klampen
zult klampen
zal klampen
zullen klampen
zullen klampen
zullen klampen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou klampen
zou klampen
zou klampen
zouden klampen
zouden klampen
zouden klampen
Subjunctive mood
klampe
klampe
klampe
klampe
klampe
klampe
Past perfect tense
had geklampt
had geklampt
had geklampt
hadden geklampt
hadden geklampt
hadden geklampt
Future perf.
zal geklampt hebben
zal geklampt hebben
zal geklampt hebben
zullen geklampt hebben
zullen geklampt hebben
zullen geklampt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geklampt hebben
zou geklampt hebben
zou geklampt hebben
zouden geklampt hebben
zouden geklampt hebben
zouden geklampt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
klamp
klampt

Examples of klampen

Example in DutchTranslation in English
Als ze ons zien, klampen ze zich vast als bloedzuigers.If they catch us, they'll clamp on us like leeches.
De schilden verzwakken de klampen, maar ze houden het nog.The shields are weakening the clamps, but they're still holding.
Die klampen maken deel uit van het noodsysteem.Those big clamps are part of the emergency system.
Remora's blijven heel dichtbij of klampen zich zelfs vast aan hun gastheer met hun zuignappen.Remoras stick very close, or even clamp onto their host with their suckers.
Zie je die twee grote klampen?Can you see two big clamps?
Hij trok de pen eruit, ik houd hier die klamp vast maar ik krijg kramp in mijn hand dus doe iets, oké?He--he pulled the pin. I'm holding down this clamp here, but my hand is cramping, so you--just do something, all right? !
Eentje klampte z'n handen samen zodat hij niemand zou doden.One fellow had his hands clamped together so he wouldn't kill anyone.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kladden
do
klakken
rattle
klappen
clap
klauwen
do
kleppen
do
kloppen
knock
krimpen
shrink
stampen
do

Similar but longer

beklampen
cleat

Random

katten
do
kerstenen
christianise
kiemen
germinate
kimmen
do
klaarkomen
do
klaarzetten
set up
klagen
complain
klamaaien
do
klappeien
do
kliederen
mess

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'clamp':

None found.