Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

klakken

to rattle

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of klakken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klak
I rattle
klakt
you rattle
klakt
he/she/it rattles
klakken
we rattle
klakken
you all rattle
klakken
they rattle
Present perfect tense
heb geklakt
I have rattled
hebt geklakt
you have rattled
heeft geklakt
he/she/it has rattled
hebben geklakt
we have rattled
hebben geklakt
you all have rattled
hebben geklakt
they have rattled
Past tense
klakte
I rattled
klakte
you rattled
klakte
he/she/it rattled
klakten
we rattled
klakten
you all rattled
klakten
they rattled
Future tense
zal klakken
I will rattle
zult klakken
you will rattle
zal klakken
he/she/it will rattle
zullen klakken
we will rattle
zullen klakken
you all will rattle
zullen klakken
they will rattle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou klakken
I would rattle
zou klakken
you would rattle
zou klakken
he/she/it would rattle
zouden klakken
we would rattle
zouden klakken
you all would rattle
zouden klakken
they would rattle
Subjunctive mood
klakke
I rattle
klakke
you rattle
klakke
he/she/it rattle
klakke
we rattle
klakke
you all rattle
klakke
they rattle
Past perfect tense
had geklakt
I had rattled
had geklakt
you had rattled
had geklakt
he/she/it had rattled
hadden geklakt
we had rattled
hadden geklakt
you all had rattled
hadden geklakt
they had rattled
Future perf.
zal geklakt hebben
I will have rattled
zal geklakt hebben
you will have rattled
zal geklakt hebben
he/she/it will have rattled
zullen geklakt hebben
we will have rattled
zullen geklakt hebben
you all will have rattled
zullen geklakt hebben
they will have rattled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geklakt hebben
I would have rattled
zou geklakt hebben
you would have rattled
zou geklakt hebben
he/she/it would have rattled
zouden geklakt hebben
we would have rattled
zouden geklakt hebben
you all would have rattled
zouden geklakt hebben
they would have rattled
Du
Ihr
Imperative mood
klak
rattle
klakt
rattle

Examples of klakken

Je ligt er met je klikken en klakken uit!

You lie there with your clicks and rattle off!

Liever 'n kleine 'klik' dan met je klikken en klakken uit de auto vliegen!

Rather a small 'click' with your clicks and rattle out of the car fly!