"Ik ben kaarten bij m'n nieuwe vrienden." | "Dear Vivian and Zeke, I'm going over to my new friend's to play cards." |
- Dan moet het m'n andere zus zijn die me leerde met de kaarten spelen. | It must've been my other big sister who taught me how to play cards. |
- De man wil met de kaarten spelen. | Man wants to play cards. |
- Ga je weer kaarten in Etretat? | Off to play cards again? |
- Hij is aan 't kaarten bij Armando. | - He play cards at Armando's. |
- Hou je kop en kaart. | - Shut up and play cards. |
- Ik heb geen kaart gespeeld. | - I didn't play cards. |
- Ik kaart niet. | I don't play cards. |
- Ik rook als ik kaart. | I smoke when I play cards. |
- Ik speel geen kaart. | -Oh, l don't play cards. |
- Maar we hebben gisterenavond al gekaart. | - But we played cards last night. |
- Wat lui met wie ik heb gekaart. | - Some guys. I played cards. |
- We hebben gekaart... één keer. | We played cards... once. |
Als jij de hele nacht had gekaart en wodka had gehesen, zou je dat ook zijn. | If you had played cards all night and drunk vodka, you'd be equally beautiful. |
De hele nacht gekaart? | Don't tell me you played cards all night. |
Ik kaartte vaak met je vader en dan liet hij steeds foto's van jou zien. | Oh, my God. I played cards with your dad. And he showed me pictures of you all the time. |
De vrouwen kaartten. | The women played cards. |
Ik heb hem vaak in de club gezien en we kaartten zo nu en dan samen. | I've seen quite a good bit in the dark clubs over the past few months we played cards together from time to time. |
We dobbelden en kaartten om geld. | (man #2) Shot crap, played cards, lost all our money. |
We kaartten altijd bij ons thuis. | Yeah, my family, we all played cards growing up. |
We kaartten. Damon wou kaarten. | We played cards.Damon wanted to play cards. |