Nakaarten (to chat afterwards) conjugation

Dutch

Conjugation of nakaarten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kaart na
I chat afterwards
kaart na
you chat afterwards
kaart na
he/she/it chats afterwards
kaarten na
we chat afterwards
kaarten na
you all chat afterwards
kaarten na
they chat afterwards
Present perfect tense
heb nagekaart
I have chatted afterwards
hebt nagekaart
you have chatted afterwards
heeft nagekaart
he/she/it has chatted afterwards
hebben nagekaart
we have chatted afterwards
hebben nagekaart
you all have chatted afterwards
hebben nagekaart
they have chatted afterwards
Past tense
kaartte na
I chatted afterwards
kaartte na
you chatted afterwards
kaartte na
he/she/it chatted afterwards
kaartten na
we chatted afterwards
kaartten na
you all chatted afterwards
kaartten na
they chatted afterwards
Future tense
zal nakaarten
I will chat afterwards
zult nakaarten
you will chat afterwards
zal nakaarten
he/she/it will chat afterwards
zullen nakaarten
we will chat afterwards
zullen nakaarten
you all will chat afterwards
zullen nakaarten
they will chat afterwards
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nakaarten
I would chat afterwards
zou nakaarten
you would chat afterwards
zou nakaarten
he/she/it would chat afterwards
zouden nakaarten
we would chat afterwards
zouden nakaarten
you all would chat afterwards
zouden nakaarten
they would chat afterwards
Subjunctive mood
kaarte na
I chat afterwards
kaarte na
you chat afterwards
kaarte na
he/she/it chat afterwards
kaarte na
we chat afterwards
kaarte na
you all chat afterwards
kaarte na
they chat afterwards
Past perfect tense
had nagekaart
I had chatted afterwards
had nagekaart
you had chatted afterwards
had nagekaart
he/she/it had chatted afterwards
hadden nagekaart
we had chatted afterwards
hadden nagekaart
you all had chatted afterwards
hadden nagekaart
they had chatted afterwards
Future perf.
zal nagekaart hebben
I will have chatted afterwards
zal nagekaart hebben
you will have chatted afterwards
zal nagekaart hebben
he/she/it will have chatted afterwards
zullen nagekaart hebben
we will have chatted afterwards
zullen nagekaart hebben
you all will have chatted afterwards
zullen nagekaart hebben
they will have chatted afterwards
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagekaart hebben
I would have chatted afterwards
zou nagekaart hebben
you would have chatted afterwards
zou nagekaart hebben
he/she/it would have chatted afterwards
zouden nagekaart hebben
we would have chatted afterwards
zouden nagekaart hebben
you all would have chatted afterwards
zouden nagekaart hebben
they would have chatted afterwards
Present bijzin tense
nakaart
I chat afterwards
nakaart
you chat afterwards
nakaart
he/she/it chats afterwards
nakaarten
we chat afterwards
nakaarten
you all chat afterwards
nakaarten
they chat afterwards
Past bijzin tense
nakaartte
I chatted afterwards
nakaartte
you chatted afterwards
nakaartte
he/she/it chatted afterwards
nakaartten
we chatted afterwards
nakaartten
you all chatted afterwards
nakaartten
they chatted afterwards
Future bijzin tense
zal nakaarten
I will chat afterwards
zult nakaarten
you will chat afterwards
zal nakaarten
he/she/it will chat afterwards
zullen nakaarten
we will chat afterwards
zullen nakaarten
you all will chat afterwards
zullen nakaarten
they will chat afterwards
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nakaarten
I would chat afterwards
zou nakaarten
you would chat afterwards
zou nakaarten
he/she/it would chat afterwards
zouden nakaarten
we would chat afterwards
zouden nakaarten
you all would chat afterwards
zouden nakaarten
they would chat afterwards
Subjunctive bijzin mood
nakaarte
I chat afterwards
nakaarte
you chat afterwards
nakaarte
he/she/it chat afterwards
nakaarte
we chat afterwards
nakaarte
you all chat afterwards
nakaarte
they chat afterwards
Du
Ihr
Imperative mood
kaart na
chat afterwards
kaart na
chat afterwards

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkaarten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

moffelen
muffle
muilkorven
muzzle
murwen
do
muteren
do
mythologiseren
do
na-apen
imitate
najagen
pursue
najouwen
do
nakauwen
do
napperen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'chat afterwards':

None found.
Learning languages?