Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

inruimen

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of inruimen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ruim in
I do
ruimt in
you do
ruimt in
he/she/it does
ruimen in
we do
ruimen in
you all do
ruimen in
they do
Present perfect tense
heb ingeruimd
I have done
hebt ingeruimd
you have done
heeft ingeruimd
he/she/it has done
hebben ingeruimd
we have done
hebben ingeruimd
you all have done
hebben ingeruimd
they have done
Past tense
ruimde in
I did
ruimde in
you did
ruimde in
he/she/it did
ruimden in
we did
ruimden in
you all did
ruimden in
they did
Future tense
zal inruimen
I will do
zult inruimen
you will do
zal inruimen
he/she/it will do
zullen inruimen
we will do
zullen inruimen
you all will do
zullen inruimen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inruimen
I would do
zou inruimen
you would do
zou inruimen
he/she/it would do
zouden inruimen
we would do
zouden inruimen
you all would do
zouden inruimen
they would do
Subjunctive mood
ruime in
I do
ruime in
you do
ruime in
he/she/it do
ruime in
we do
ruime in
you all do
ruime in
they do
Past perfect tense
had ingeruimd
I had done
had ingeruimd
you had done
had ingeruimd
he/she/it had done
hadden ingeruimd
we had done
hadden ingeruimd
you all had done
hadden ingeruimd
they had done
Future perf.
zal ingeruimd hebben
I will have done
zal ingeruimd hebben
you will have done
zal ingeruimd hebben
he/she/it will have done
zullen ingeruimd hebben
we will have done
zullen ingeruimd hebben
you all will have done
zullen ingeruimd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeruimd hebben
I would have done
zou ingeruimd hebben
you would have done
zou ingeruimd hebben
he/she/it would have done
zouden ingeruimd hebben
we would have done
zouden ingeruimd hebben
you all would have done
zouden ingeruimd hebben
they would have done
Present bijzin tense
inruim
I do
inruimt
you do
inruimt
he/she/it does
inruimen
we do
inruimen
you all do
inruimen
they do
Past bijzin tense
inruimde
I did
inruimde
you did
inruimde
he/she/it did
inruimden
we did
inruimden
you all did
inruimden
they did
Future bijzin tense
zal inruimen
I will do
zult inruimen
you will do
zal inruimen
he/she/it will do
zullen inruimen
we will do
zullen inruimen
you all will do
zullen inruimen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inruimen
I would do
zou inruimen
you would do
zou inruimen
he/she/it would do
zouden inruimen
we would do
zouden inruimen
you all would do
zouden inruimen
they would do
Subjunctive bijzin mood
inruime
I do
inruime
you do
inruime
he/she/it do
inruime
we do
inruime
you all do
inruime
they do
Du
Ihr
Imperative mood
ruim in
do
ruimt in
do

Examples of inruimen

Even de kast inruimen om me alvast 'n beetje thuis te voelen.

Yeah, I just want to get the closets done first so I feel like I live here.

Waarom gaan jullie boven niet even inruimen?

Why don't you settle in upstairs?

KUSTLIJN ALASKA 10 MIJL GRENS Ga het ruim in.

Get 'em tied down and go down below!

Rina, Tiger, ga naar boven en hou het schip op koers... en voor de professor wakker wordt, jullie twee, wij gaan naar beneden het ruim in.

Rina, Tiger, go up and keep the ship on course. And before the professor wakes up, you two, we're going down in the hold.

Ze hadden het ruim in Hongkong afgesloten.

This hold was secured in Hong Kong. I don't know how this happened.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES