Afruimen (to clear) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of afruimen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ruim af
I clear
ruimt af
you clear
ruimt af
he/she/it clears
ruimen af
we clear
ruimen af
you all clear
ruimen af
they clear
Present perfect tense
heb afgeruimd
I have cleared
hebt afgeruimd
you have cleared
heeft afgeruimd
he/she/it has cleared
hebben afgeruimd
we have cleared
hebben afgeruimd
you all have cleared
hebben afgeruimd
they have cleared
Past tense
ruimde af
I cleared
ruimde af
you cleared
ruimde af
he/she/it cleared
ruimden af
we cleared
ruimden af
you all cleared
ruimden af
they cleared
Future tense
zal afruimen
I will clear
zult afruimen
you will clear
zal afruimen
he/she/it will clear
zullen afruimen
we will clear
zullen afruimen
you all will clear
zullen afruimen
they will clear
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afruimen
I would clear
zou afruimen
you would clear
zou afruimen
he/she/it would clear
zouden afruimen
we would clear
zouden afruimen
you all would clear
zouden afruimen
they would clear
Subjunctive mood
ruime af
I clear
ruime af
you clear
ruime af
he/she/it clear
ruime af
we clear
ruime af
you all clear
ruime af
they clear
Past perfect tense
had afgeruimd
I had cleared
had afgeruimd
you had cleared
had afgeruimd
he/she/it had cleared
hadden afgeruimd
we had cleared
hadden afgeruimd
you all had cleared
hadden afgeruimd
they had cleared
Future perf.
zal afgeruimd hebben
I will have cleared
zal afgeruimd hebben
you will have cleared
zal afgeruimd hebben
he/she/it will have cleared
zullen afgeruimd hebben
we will have cleared
zullen afgeruimd hebben
you all will have cleared
zullen afgeruimd hebben
they will have cleared
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeruimd hebben
I would have cleared
zou afgeruimd hebben
you would have cleared
zou afgeruimd hebben
he/she/it would have cleared
zouden afgeruimd hebben
we would have cleared
zouden afgeruimd hebben
you all would have cleared
zouden afgeruimd hebben
they would have cleared
Present bijzin tense
afruim
I clear
afruimt
you clear
afruimt
he/she/it clears
afruimen
we clear
afruimen
you all clear
afruimen
they clear
Past bijzin tense
afruimde
I cleared
afruimde
you cleared
afruimde
he/she/it cleared
afruimden
we cleared
afruimden
you all cleared
afruimden
they cleared
Future bijzin tense
zal afruimen
I will clear
zult afruimen
you will clear
zal afruimen
he/she/it will clear
zullen afruimen
we will clear
zullen afruimen
you all will clear
zullen afruimen
they will clear
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afruimen
I would clear
zou afruimen
you would clear
zou afruimen
he/she/it would clear
zouden afruimen
we would clear
zouden afruimen
you all would clear
zouden afruimen
they would clear
Subjunctive bijzin mood
afruime
I clear
afruime
you clear
afruime
he/she/it clear
afruime
we clear
afruime
you all clear
afruime
they clear
Du
Ihr
Imperative mood
ruim af
clear
ruimt af
clear

Examples of afruimen

Example in DutchTranslation in English
- Help m'n moeder met afruimen.Help my mother clear the table.
- Ik ga helpen afruimen.- I'm gonna help clear.
- Ik zal even afruimen.I should clear the table.
-Zal ik de borden afruimen?- Shall i clear the plates, darling?
Aangenaam. Maar kun je alsjeblieft tafel vier afruimen?Nice to meet you, but, Elodi, please... can you clear off table four?
Ik ruim af.I'll clear.
Ik heb al gedekt en afgeruimd.- I set and cleared.
Ik heb de tafel afgeruimd en de vaatwasser aangezet.I cleared the table and started the dishes.
Maar wacht tot de tafels worden afgeruimd.But wait until the tables are cleared.
Vader, mag ik alsjeblieft naar Ruth's huis als ik afgeruimd heb?Father, may I please go to Ruth's house after I've cleared?
Thuis deed hij dat ook en hij maaide 't gras, harkte bladeren en ruimde af.Back home, Will did his homework, mowed the lawn, raked the leaves... and cleared the table.
Weet ik toch, ik pak een bord als jij de tafel afruimt.I know. I'm gonna get you a plate, but clear all this off, first.
Toen u Madame Giselle's tafeltje afruimde, zag u toen iets vreemds?When you cleared the table of Madame Giselle after she died, did you notice anything unusual? - No.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afremmen
pay
afruilen
do
afruisen
do
afrukken
do
inruimen
do
opruimen
clear

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'clear':

None found.
Learning languages?