Inpraten (to do) conjugation

Dutch
17 examples

Conjugation of inpraten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
praat in
I do
praat in
you do
praat in
he/she/it does
praten in
we do
praten in
you all do
praten in
they do
Present perfect tense
heb ingepraat
I have done
hebt ingepraat
you have done
heeft ingepraat
he/she/it has done
hebben ingepraat
we have done
hebben ingepraat
you all have done
hebben ingepraat
they have done
Past tense
praatte in
I did
praatte in
you did
praatte in
he/she/it did
praatten in
we did
praatten in
you all did
praatten in
they did
Future tense
zal inpraten
I will do
zult inpraten
you will do
zal inpraten
he/she/it will do
zullen inpraten
we will do
zullen inpraten
you all will do
zullen inpraten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inpraten
I would do
zou inpraten
you would do
zou inpraten
he/she/it would do
zouden inpraten
we would do
zouden inpraten
you all would do
zouden inpraten
they would do
Subjunctive mood
prate in
I do
prate in
you do
prate in
he/she/it do
prate in
we do
prate in
you all do
prate in
they do
Past perfect tense
had ingepraat
I had done
had ingepraat
you had done
had ingepraat
he/she/it had done
hadden ingepraat
we had done
hadden ingepraat
you all had done
hadden ingepraat
they had done
Future perf.
zal ingepraat hebben
I will have done
zal ingepraat hebben
you will have done
zal ingepraat hebben
he/she/it will have done
zullen ingepraat hebben
we will have done
zullen ingepraat hebben
you all will have done
zullen ingepraat hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingepraat hebben
I would have done
zou ingepraat hebben
you would have done
zou ingepraat hebben
he/she/it would have done
zouden ingepraat hebben
we would have done
zouden ingepraat hebben
you all would have done
zouden ingepraat hebben
they would have done
Present bijzin tense
inpraat
I do
inpraat
you do
inpraat
he/she/it does
inpraten
we do
inpraten
you all do
inpraten
they do
Past bijzin tense
inpraatte
I did
inpraatte
you did
inpraatte
he/she/it did
inpraatten
we did
inpraatten
you all did
inpraatten
they did
Future bijzin tense
zal inpraten
I will do
zult inpraten
you will do
zal inpraten
he/she/it will do
zullen inpraten
we will do
zullen inpraten
you all will do
zullen inpraten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inpraten
I would do
zou inpraten
you would do
zou inpraten
he/she/it would do
zouden inpraten
we would do
zouden inpraten
you all would do
zouden inpraten
they would do
Subjunctive bijzin mood
inprate
I do
inprate
you do
inprate
he/she/it do
inprate
we do
inprate
you all do
inprate
they do
Du
Ihr
Imperative mood
praat in
do
praat in
do

Examples of inpraten

Example in DutchTranslation in English
Dus ik kwam naar beneden, en liet me door hem zijn auto inpraten, en...I came downstairs from the hotel, and I... I let him talk me into his car, and...
En je moet ook op haar inpraten dat ik met mijn appartement mag doen wat ik maar wil.And you also need to sweet-talk her into letting me do whatever I want to my apartment.
Hoe meer we op hem inpraten, des te minder hij het zal willen doen.The more we try to convince him to do something, the less he's gonna want to do it.
Ik ga hem zoeken en op hem inpraten.I'll go find him, talk him down.
Ik moest even op haar inpraten.I had to do some pretty fast talking.
Alleen een woesteling praat in de lucht. Mij wil je niet woest zien.Only a madman talks to thin air, and trust me, you don't want to make me mad.
Baby's in luiers met stoere praat in die sigaarclubs... rookten Churchills tot het bandje.Amateurs -- babes in diapers talking big in those cigar clubs, smoking Churchills down to the ring.
Dat doe ik en het klinkt alsof je praat in je slaap.l do, and surely it is a sleepy language and thou speak'st out of thy sleep
En ik vindt het niet leuk hoe zij tegen mij praat in mijn eigen huis.And I don't like the way she talks to me in my own home.
En praat in code, zoals zij.And talking in code, like she does three or four times a day.
- Deze advocaten willen praten in dollars en centen.- contractual language? - These lawyers want to talk in dollars and cents.
- Hee, niet vies praten in Fairyland.I'll put it on vibrate. Hey, don't talk dirty at fairyland.
-haar man. Misschien kun je beter met een van de dokters praten in dit geval.possibly you'd rather talk to one of the doctors on the case.
Als ze gaat praten in Londen...If she gets back to London and speaks to the press...
Altijd praten in plaats van werken.Always talking when there's work to be done.
Ik weet gewoon dat je niet zo praatte in Chicago, of je zou gewoon niet levend hier zijn geraakt.I know you didn't talk like that in Chicago, or you'd never have made it out alive.
Waar is de Katya die op een maffe nicht inpraat om geen zelfmoord te plegen?What happened to the Katya Livingston... who can talk a mad queen out of drowning himself in a moment's notice? I don't know.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afpraten
do
bepraten
forest
napraten
parrot
ompraten
talk round

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inhullen
do
inkankeren
do
inkosten
do
inlijven
incorporate
inplannen
schedule
inploegen
in teams
inponsen
do
inprenten
impress
inschepen
embark
insluipen
slip in

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?