Dichtnaaien (to sew together) conjugation

Dutch

Conjugation of dichtnaaien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
naai dicht
I sew together
naait dicht
you sew together
naait dicht
he/she/it sews together
naaien dicht
we sew together
naaien dicht
you all sew together
naaien dicht
they sew together
Present perfect tense
heb dichtgenaaid
I have sewn together
hebt dichtgenaaid
you have sewn together
heeft dichtgenaaid
he/she/it has sewn together
hebben dichtgenaaid
we have sewn together
hebben dichtgenaaid
you all have sewn together
hebben dichtgenaaid
they have sewn together
Past tense
naaide dicht
I sewed together
naaide dicht
you sewed together
naaide dicht
he/she/it sewed together
naaiden dicht
we sewed together
naaiden dicht
you all sewed together
naaiden dicht
they sewed together
Future tense
zal dichtnaaien
I will sew together
zult dichtnaaien
you will sew together
zal dichtnaaien
he/she/it will sew together
zullen dichtnaaien
we will sew together
zullen dichtnaaien
you all will sew together
zullen dichtnaaien
they will sew together
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dichtnaaien
I would sew together
zou dichtnaaien
you would sew together
zou dichtnaaien
he/she/it would sew together
zouden dichtnaaien
we would sew together
zouden dichtnaaien
you all would sew together
zouden dichtnaaien
they would sew together
Subjunctive mood
naaie dicht
I sew together
naaie dicht
you sew together
naaie dicht
he/she/it sew together
naaie dicht
we sew together
naaie dicht
you all sew together
naaie dicht
they sew together
Past perfect tense
had dichtgenaaid
I had sewn together
had dichtgenaaid
you had sewn together
had dichtgenaaid
he/she/it had sewn together
hadden dichtgenaaid
we had sewn together
hadden dichtgenaaid
you all had sewn together
hadden dichtgenaaid
they had sewn together
Future perf.
zal dichtgenaaid hebben
I will have sewn together
zal dichtgenaaid hebben
you will have sewn together
zal dichtgenaaid hebben
he/she/it will have sewn together
zullen dichtgenaaid hebben
we will have sewn together
zullen dichtgenaaid hebben
you all will have sewn together
zullen dichtgenaaid hebben
they will have sewn together
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou dichtgenaaid hebben
I would have sewn together
zou dichtgenaaid hebben
you would have sewn together
zou dichtgenaaid hebben
he/she/it would have sewn together
zouden dichtgenaaid hebben
we would have sewn together
zouden dichtgenaaid hebben
you all would have sewn together
zouden dichtgenaaid hebben
they would have sewn together
Present bijzin tense
dichtnaai
I sew together
dichtnaait
you sew together
dichtnaait
he/she/it sews together
dichtnaaien
we sew together
dichtnaaien
you all sew together
dichtnaaien
they sew together
Past bijzin tense
dichtnaaide
I sewed together
dichtnaaide
you sewed together
dichtnaaide
he/she/it sewed together
dichtnaaiden
we sewed together
dichtnaaiden
you all sewed together
dichtnaaiden
they sewed together
Future bijzin tense
zal dichtnaaien
I will sew together
zult dichtnaaien
you will sew together
zal dichtnaaien
he/she/it will sew together
zullen dichtnaaien
we will sew together
zullen dichtnaaien
you all will sew together
zullen dichtnaaien
they will sew together
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou dichtnaaien
I would sew together
zou dichtnaaien
you would sew together
zou dichtnaaien
he/she/it would sew together
zouden dichtnaaien
we would sew together
zouden dichtnaaien
you all would sew together
zouden dichtnaaien
they would sew together
Subjunctive bijzin mood
dichtnaaie
I sew together
dichtnaaie
you sew together
dichtnaaie
he/she/it sew together
dichtnaaie
we sew together
dichtnaaie
you all sew together
dichtnaaie
they sew together
Du
Ihr
Imperative mood
naai dicht
sew together
naait dicht
sew together

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

depriveren
do
derailleren
depute
desensibiliseren
leaven
destabiliseren
design honor
deuviken
do
devalueren
devalue
dibberen
do
dichtmetselen
brick up
dichtplakken
seal
dieplinken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sew together':

None found.
Learning languages?