Bubbelen (to do) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of bubbelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bubbel
I do
bubbelt
you do
bubbelt
he/she/it does
bubbelen
we do
bubbelen
you all do
bubbelen
they do
Present perfect tense
heb gebubbeld
I have done
hebt gebubbeld
you have done
heeft gebubbeld
he/she/it has done
hebben gebubbeld
we have done
hebben gebubbeld
you all have done
hebben gebubbeld
they have done
Past tense
bubbelde
I did
bubbelde
you did
bubbelde
he/she/it did
bubbelden
we did
bubbelden
you all did
bubbelden
they did
Future tense
zal bubbelen
I will do
zult bubbelen
you will do
zal bubbelen
he/she/it will do
zullen bubbelen
we will do
zullen bubbelen
you all will do
zullen bubbelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bubbelen
I would do
zou bubbelen
you would do
zou bubbelen
he/she/it would do
zouden bubbelen
we would do
zouden bubbelen
you all would do
zouden bubbelen
they would do
Subjunctive mood
bubbele
I do
bubbele
you do
bubbele
he/she/it do
bubbele
we do
bubbele
you all do
bubbele
they do
Past perfect tense
had gebubbeld
I had done
had gebubbeld
you had done
had gebubbeld
he/she/it had done
hadden gebubbeld
we had done
hadden gebubbeld
you all had done
hadden gebubbeld
they had done
Future perf.
zal gebubbeld hebben
I will have done
zal gebubbeld hebben
you will have done
zal gebubbeld hebben
he/she/it will have done
zullen gebubbeld hebben
we will have done
zullen gebubbeld hebben
you all will have done
zullen gebubbeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebubbeld hebben
I would have done
zou gebubbeld hebben
you would have done
zou gebubbeld hebben
he/she/it would have done
zouden gebubbeld hebben
we would have done
zouden gebubbeld hebben
you all would have done
zouden gebubbeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
bubbel
do
bubbelt
do

Examples of bubbelen

Example in DutchTranslation in English
Ik liet het bubbelen, ook al verspil je het dan.I'd let it bubble, even though you waste it when you do that.
- Hubbel, bubbel en ik zie dubbel.- Hubble, bubble and seeing double
- Nee, dat doe ik niet. Want ik zit gevangen in een bubbel.No, I don't get it because I'm trapped in a bubble!
Een willekeurig proces vormt een bubbel die nu ons heelal is. Ik ben nu even het willekeurige proces dat de bubbel vormt.But if Andy's new theory is right and inflation does not go on forever, our Universe could look something like this -- a large bubble surrounded by a cluster of smaller ones.
Het is net of er een bubbel om ons heen zit... en jij wilt niet dat die knapt.You know, it's like there's this bubble around us, and you just don't want it to burst yet.
Hij kwam één keer, hij keek naar mij en liep gewoon weer weg. En ik kon niet achter hem aan, want de bubbel reist niet.He came in once, took a look at me, and then just walked away, and... and I couldn't go after him because the bubble does not travel.
Het bubbelt naar beneden, maar het is lekker.It go down bubblest, but it's fine.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

babbelen
chat
bobbelen
do
buffelen
wolf
buitelen
tumble
bundelen
do
bungelen
do
busselen
do
dobbelen
dice
dubbelen
do
hobbelen
balance
kabbelen
ripple
kibbelen
quibble
rabbelen
sputter
rebbelen
do
ribbelen
knurl

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

boten
do
breeuwen
caulk
brunchen
brunch
brutaliseren
brutalize
bruuskeren
brush off
budgetteren
budget
buffelen
wolf
bulken
bellow
canvassen
do
capituleren
capitulate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?