Bundelen (to do) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of bundelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bundel
I do
bundelt
you do
bundelt
he/she/it does
bundelen
we do
bundelen
you all do
bundelen
they do
Present perfect tense
heb gebundeld
I have done
hebt gebundeld
you have done
heeft gebundeld
he/she/it has done
hebben gebundeld
we have done
hebben gebundeld
you all have done
hebben gebundeld
they have done
Past tense
bundelde
I did
bundelde
you did
bundelde
he/she/it did
bundelden
we did
bundelden
you all did
bundelden
they did
Future tense
zal bundelen
I will do
zult bundelen
you will do
zal bundelen
he/she/it will do
zullen bundelen
we will do
zullen bundelen
you all will do
zullen bundelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bundelen
I would do
zou bundelen
you would do
zou bundelen
he/she/it would do
zouden bundelen
we would do
zouden bundelen
you all would do
zouden bundelen
they would do
Subjunctive mood
bundele
I do
bundele
you do
bundele
he/she/it do
bundele
we do
bundele
you all do
bundele
they do
Past perfect tense
had gebundeld
I had done
had gebundeld
you had done
had gebundeld
he/she/it had done
hadden gebundeld
we had done
hadden gebundeld
you all had done
hadden gebundeld
they had done
Future perf.
zal gebundeld hebben
I will have done
zal gebundeld hebben
you will have done
zal gebundeld hebben
he/she/it will have done
zullen gebundeld hebben
we will have done
zullen gebundeld hebben
you all will have done
zullen gebundeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebundeld hebben
I would have done
zou gebundeld hebben
you would have done
zou gebundeld hebben
he/she/it would have done
zouden gebundeld hebben
we would have done
zouden gebundeld hebben
you all would have done
zouden gebundeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
bundel
do
bundelt
do

Examples of bundelen

Example in DutchTranslation in English
Als de andere rijken de krachten bundelen, zijn ze sterker dan wij.Otherwise the southern kingdoms united against us.
Als we de krachten moeten bundelen met Akley... dan is dat wat we doen.If we have to join forces with Akley, that's what we'll do.
Als we onze krachten bundelen, kunnen we haar uitschakelen.Let's work together for her downfall.
Als wij onze krachten bundelen, maakt dit hier geen schijn van kans.With our combined resources, this thing doesn't stand a chance.
Daarom moeten we alles bundelen wat we weten voor een rechtszaak.Which is why we need to document what we know and file a lawsuit.
- Daarna was je... een bundel Chloe geluk.And then you -- then you -- then you do this -- This happy-go-lucky chloe thing.
- Ja, iemand die ons of IBM niet kent en zeker de inhoud van deze bundel niet gezien heeft.- Yes, someone who doesn't know us or IBM and certainly hasn't seen the contents of this binder.
- Wat? Heb je geen onbeperkte bundel?- What, you don't have unlimited texting?
Charlotte's kleren waren samengebonden in de lakens van de verdachte, en die bundel werd in de vuilstortkoker gegooid.Charlotte's clothes were bundled together in the defendant's sheets, and that bundle was then thrown down and incinerator chute.
Dan ga ik buiten mijn bundel.I mean, I don't think I even have a calling plan that'll support that.
Jones weerkaatst het licht met zo'n soort discobal. Hij bundelt de stralen, zoals met een vergrootglas.Jones must be reflecting the light off something, like one of those disco balls and then focusing it like we do with a magnifying glass.
Soms krijgt de duivel meer gedaan als hij zich bundelt.Sometimes the devil gets more done when his eyes are blue.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bubbelen
do
buffelen
wolf
buitelen
tumble
bungelen
do
busselen
do
handelen
act
mendelen
do
pendelen
commute
vendelen
flag waving
wandelen
walk

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bloggen
do
brallen
bluster
brengen
bring
buitengooien
throw out
bukken
stoop
bulten
do
bungelen
do
casseren
carpool
centeren
center
centraliseren
centralize

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?