Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bobbelen (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of bobbelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bobbel
I do
bobbelt
you do
bobbelt
he/she/it does
bobbelen
we do
bobbelen
you all do
bobbelen
they do
Present perfect tense
ben gebobbeld
I have done
bent gebobbeld
you have done
is gebobbeld
he/she/it has done
zijn gebobbeld
we have done
zijn gebobbeld
you all have done
zijn gebobbeld
they have done
Past tense
bobbelde
I did
bobbelde
you did
bobbelde
he/she/it did
bobbelden
we did
bobbelden
you all did
bobbelden
they did
Future tense
zal bobbelen
I will do
zult bobbelen
you will do
zal bobbelen
he/she/it will do
zullen bobbelen
we will do
zullen bobbelen
you all will do
zullen bobbelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bobbelen
I would do
zou bobbelen
you would do
zou bobbelen
he/she/it would do
zouden bobbelen
we would do
zouden bobbelen
you all would do
zouden bobbelen
they would do
Subjunctive mood
bobbele
I do
bobbele
you do
bobbele
he/she/it do
bobbele
we do
bobbele
you all do
bobbele
they do
Past perfect tense
was gebobbeld
I had done
was gebobbeld
you had done
was gebobbeld
he/she/it had done
waren gebobbeld
we had done
waren gebobbeld
you all had done
waren gebobbeld
they had done
Future perf.
zal gebobbeld zijn
I will have done
zal gebobbeld zijn
you will have done
zal gebobbeld zijn
he/she/it will have done
zullen gebobbeld zijn
we will have done
zullen gebobbeld zijn
you all will have done
zullen gebobbeld zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebobbeld zijn
I would have done
zou gebobbeld zijn
you would have done
zou gebobbeld zijn
he/she/it would have done
zouden gebobbeld zijn
we would have done
zouden gebobbeld zijn
you all would have done
zouden gebobbeld zijn
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
bobbel
do
bobbelt
do

Examples of bobbelen

Example in DutchTranslation in English
'Haar hand glijdt omlaag naar zijn bobbel van hartstocht."...cold, gloating gaze, she let her hand droop down... "towards the bulge of his passion."
Die bobbel is een Budong!That lump is a budong!
Ik zie geen ring, geen vriendin, en geen bobbel.Hey, I don't see a ring, a girlfriend or a bulge.
Maar ik ga een meisje zoeken om mijn bobbel op te wrijven.I'm going downtown, find me a girl, get my knob polished.
Voel maar eens, zit daar een bobbel? - Nee.- Feel it, though... does that feel lumpy?
Dus je bobbelt niet zoals dit.So you don't hump like this.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

babbelen
chat
bobberen
do
boemelen
debauch
bommelen
do
borrelen
boil
bottelen
bottle
bubbelen
do
dobbelen
dice
dubbelen
do
hobbelen
balance
kabbelen
ripple
kibbelen
quibble
rabbelen
sputter
rebbelen
do
ribbelen
knurl

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

binnenlopen
enter
binnenmarcheren
march
bitumineren
do
blonderen
flounder
blootstellen
expose
boarden
board
bobben
bob
borduren
embroider
boren
drill
borgen
secure

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.