Bleken (to bleach) conjugation

Dutch
25 examples

Conjugation of bleken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bleek
I bleach
bleekt
you bleach
bleekt
he/she/it bleaches
bleken
we bleach
bleken
you all bleach
bleken
they bleach
Present perfect tense
heb gebleekt
I have bleached
hebt gebleekt
you have bleached
heeft gebleekt
he/she/it has bleached
hebben gebleekt
we have bleached
hebben gebleekt
you all have bleached
hebben gebleekt
they have bleached
Past tense
bleekte
I bleached
bleekte
you bleached
bleekte
he/she/it bleached
bleekten
we bleached
bleekten
you all bleached
bleekten
they bleached
Future tense
zal bleken
I will bleach
zult bleken
you will bleach
zal bleken
he/she/it will bleach
zullen bleken
we will bleach
zullen bleken
you all will bleach
zullen bleken
they will bleach
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bleken
I would bleach
zou bleken
you would bleach
zou bleken
he/she/it would bleach
zouden bleken
we would bleach
zouden bleken
you all would bleach
zouden bleken
they would bleach
Subjunctive mood
bleke
I bleach
bleke
you bleach
bleke
he/she/it bleach
bleke
we bleach
bleke
you all bleach
bleke
they bleach
Past perfect tense
had gebleekt
I had bleached
had gebleekt
you had bleached
had gebleekt
he/she/it had bleached
hadden gebleekt
we had bleached
hadden gebleekt
you all had bleached
hadden gebleekt
they had bleached
Future perf.
zal gebleekt hebben
I will have bleached
zal gebleekt hebben
you will have bleached
zal gebleekt hebben
he/she/it will have bleached
zullen gebleekt hebben
we will have bleached
zullen gebleekt hebben
you all will have bleached
zullen gebleekt hebben
they will have bleached
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebleekt hebben
I would have bleached
zou gebleekt hebben
you would have bleached
zou gebleekt hebben
he/she/it would have bleached
zouden gebleekt hebben
we would have bleached
zouden gebleekt hebben
you all would have bleached
zouden gebleekt hebben
they would have bleached
Du
Ihr
Imperative mood
bleek
bleach
bleekt
bleach

Examples of bleken

Example in DutchTranslation in English
- Daar bleken we papier mee.We use it to bleach our product.
- Ik vond dat voeten bleken juist vreemd.Really? And I thought the weird part was the foot-bleaching.
- We kunnen ze bleken.- Yeah, we can just bleach 'em.
- Witte kleren. We bleken onze kleren.Peroxide acts as a bleach.
Als ik Seven eten gegeven heb, zal ik haar haar bleken.Well, after I feed Seven, I'll bleach her hair.
- Er zat bleek in alle afvoeren.Killer poured bleach down all the drains.
- Gootsteenontstopper, bleek.Common drain declogger, acid wash, bleach.
- Moet meer bleek hebben.- Gotta have more bleach.
- Omdat het leger bleek vereist.Because the army requires bleach.
Als die garagevlek bloed was, heeft de bleek dat afgebroken. Hier kan ik niks mee.If that garage floor stain started out as blood, the bleach just degraded it.
- Mam bleekt 'm.-My mom bleaches it.
Als je een neuscorrectie krijgt, je ogen verandert, of je sproeten bleekt, dan geef je alleen maar aan dat je niet zo van jezelf houdt.When you get a nose job, when you change your eyes, when you bleach your freckles, you're just announcing to the world, "I don't like myself very much."
Het zout bakt, bleekt en verhardt tot een wieg.The salt bakes, bleaches and hardens into a cradle.
Ik zie hoe het zout de dorre aarde bleekt.I see the salt bleaching the arid earth.
Je bleekt haar tanden?You're just bleaching her teeth.
"Wickley's brood is vrij van ziektekiemen omdat het is gebleekt."Wickley's bread is free of germs because it has been bleached.
- Ik had net mijn tanden gebleekt.I just had my teeth bleached.
- Nee. - Je hebt je tanden gebleekt?Did you get your teeth bleached?
De hele kamer is gebleekt.They bleached the whole room. Smart.
De oppervlakte wordt gesteriliseerd, gebleekt door het zonlicht... omdat Mars geen ozonlaag heeft.The surface of Mars gets sterilized... bleached by harsh sunlight... because Mars has no protective ozone layer.
Wat we deden, we namen een gewone beer en we bleekten hem.What we done was, we took this regular bear, and we bleached him.
Alles zal branden en alleen jullie bleke schedels blijven over.It's all gonna burn and you're gonna be nothing but bleached skulls.
Daar is die bleke pruim vrouw weer.There`s that bleached-prune lady again.
Dit wijst op albinisme, hoewel de bleke irissen duiden op een hevige reactie op een invloed van buitenaf.This suggests albinism, though the bleaching of the irises indicates a violent and unexplained cellular reaction to a vector or an environment.
Ga naar de vrijwilligers en zeg ze dat ze een niet-blekend reiningsmiddel hadden moeten gebruiken.Get down to the volunteers and tell them they should have used a nonbleaching cleanser.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

backen
do
bakken
bake
balken
bray
banken
do
bekken
do
beuken
do
bikken
do
blaken
blaze
blaren
do
blaten
bleat
blazen
blow
blèren
hurt
bloten
dewool
blowen
do
blozen
blush

Similar but longer

blekken
do
opbleken
lead to whitening

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bleach':

None found.
Learning languages?