Blauwen (to blue) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of blauwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
blauw
I blue
blauwt
you blue
blauwt
he/she/it blues
blauwen
we blue
blauwen
you all blue
blauwen
they blue
Present perfect tense
heb geblauwd
I have blued
hebt geblauwd
you have blued
heeft geblauwd
he/she/it has blued
hebben geblauwd
we have blued
hebben geblauwd
you all have blued
hebben geblauwd
they have blued
Past tense
blauwde
I blued
blauwde
you blued
blauwde
he/she/it blued
blauwden
we blued
blauwden
you all blued
blauwden
they blued
Future tense
zal blauwen
I will blue
zult blauwen
you will blue
zal blauwen
he/she/it will blue
zullen blauwen
we will blue
zullen blauwen
you all will blue
zullen blauwen
they will blue
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou blauwen
I would blue
zou blauwen
you would blue
zou blauwen
he/she/it would blue
zouden blauwen
we would blue
zouden blauwen
you all would blue
zouden blauwen
they would blue
Subjunctive mood
blauwe
I blue
blauwe
you blue
blauwe
he/she/it blue
blauwe
we blue
blauwe
you all blue
blauwe
they blue
Past perfect tense
had geblauwd
I had blued
had geblauwd
you had blued
had geblauwd
he/she/it had blued
hadden geblauwd
we had blued
hadden geblauwd
you all had blued
hadden geblauwd
they had blued
Future perf.
zal geblauwd hebben
I will have blued
zal geblauwd hebben
you will have blued
zal geblauwd hebben
he/she/it will have blued
zullen geblauwd hebben
we will have blued
zullen geblauwd hebben
you all will have blued
zullen geblauwd hebben
they will have blued
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geblauwd hebben
I would have blued
zou geblauwd hebben
you would have blued
zou geblauwd hebben
he/she/it would have blued
zouden geblauwd hebben
we would have blued
zouden geblauwd hebben
you all would have blued
zouden geblauwd hebben
they would have blued
Du
Ihr
Imperative mood
blauw
blue
blauwt
blue

Examples of blauwen

Example in DutchTranslation in English
- De blauwen doen niets, die zijn alleen... maar blauw.The blue switches!
Alle blauwen, kan ik je aanbevelen.Anything blue, I recommend for that.
Als die blauwen ons doorkrijgen, kunnen we het schudden.If those blue slobs recognize us, we're in trouble.
De blauwen staan onder commando van luitenant kolonel Shelton.Lieutenant Colonel Shelton.. will command the blue team.
De blauwen...The blues...
"Dave, we kunnen ze ook in 't blauw doen.""Dave, we could also do these in blue."
"De lucht buiten mijn raam is nu heel blauw geworden"."The sky out of my window has gone real blue now."
"De pen is blauw.""The pen is blue."
"De roos is rood, het viooltje blauw, de anjer is zoet en dat ben jij ook.""The rose is red The violet blue "Carnation's sweet And so are you"
"Degene in een jurk van blauw,""...clothed in blue robes,
" Ze had blond haar, blauwe ogen, ook "# She had blonde hair, blue eyes, too #
"1.70m, blauwe ogen, dood voor de kost.""6 foot, blue eyes, kills for a living."
"Als je alleen maar over je zelf verteld, ben je met een blauwe zak gesteld."If you yak about you, your sack will turn blue.
"Boven alles is een grote blauwe bol, de hemel."Above all there is a great blue bowl, which is the sky.
"De blauwe vinvis is het grootste dier ooit.The great blue whale is the largest animal to have ever existed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

behuwen
do
blaffen
bark
blouwen
do
brauwen
seel
brouwen
brew
grauwen
snarl
klauwen
do
knauwen
bite
krauwen
claw
miauwen
meow
snauwen
snarl

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'blue':

None found.
Learning languages?