Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

brauwen

to seel

Need help with brauwen or Dutch? Get a professional tutor! Find a tutor →
Wanna learn by yourself instead? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of brauwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
brauw
brauwt
brauwt
brauwen
brauwen
brauwen
Present perfect tense
heb gebrauwd
hebt gebrauwd
heeft gebrauwd
hebben gebrauwd
hebben gebrauwd
hebben gebrauwd
Past tense
brauwde
brauwde
brauwde
brauwden
brauwden
brauwden
Future tense
zal brauwen
zult brauwen
zal brauwen
zullen brauwen
zullen brauwen
zullen brauwen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou brauwen
zou brauwen
zou brauwen
zouden brauwen
zouden brauwen
zouden brauwen
Subjunctive mood
brauwe
brauwe
brauwe
brauwe
brauwe
brauwe
Past perfect tense
had gebrauwd
had gebrauwd
had gebrauwd
hadden gebrauwd
hadden gebrauwd
hadden gebrauwd
Future perf.
zal gebrauwd hebben
zal gebrauwd hebben
zal gebrauwd hebben
zullen gebrauwd hebben
zullen gebrauwd hebben
zullen gebrauwd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebrauwd hebben
zou gebrauwd hebben
zou gebrauwd hebben
zouden gebrauwd hebben
zouden gebrauwd hebben
zouden gebrauwd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
brauw
brauwt
Practice these conjugations with a Dutch tutor - first lesson 50% off!

If you have questions about the conjugation of brauwen or Dutch in general, you can practice and get feedback from a professional tutor.