Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Besturen (to pollinate) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bestuur
bestuurt
bestuurt
besturen
besturen
besturen
Present perfect tense
heb bestuurd
hebt bestuurd
heeft bestuurd
hebben bestuurd
hebben bestuurd
hebben bestuurd
Past tense
bestuurde
bestuurde
bestuurde
bestuurden
bestuurden
bestuurden
Future tense
zal besturen
zult besturen
zal besturen
zullen besturen
zullen besturen
zullen besturen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou besturen
zou besturen
zou besturen
zouden besturen
zouden besturen
zouden besturen
Subjunctive mood
besture
besture
besture
besture
besture
besture
Past perfect tense
had bestuurd
had bestuurd
had bestuurd
hadden bestuurd
hadden bestuurd
hadden bestuurd
Future perf.
zal bestuurd hebben
zal bestuurd hebben
zal bestuurd hebben
zullen bestuurd hebben
zullen bestuurd hebben
zullen bestuurd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bestuurd hebben
zou bestuurd hebben
zou bestuurd hebben
zouden bestuurd hebben
zouden bestuurd hebben
zouden bestuurd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
bestuur
bestuurt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afsturen
do
begluren
peep
bekeuren
convert
besmeren
decide
besnaren
do
besparen
save
besteden
spend
besteken
do
bestelen
rob
bestoken
harass
insturen
do
nasturen
send one
opsturen
send

Similar but longer

bestuderen
study

Random

besneeuwen
snow in
besprengen
sprinkle
bespringen
assail
besteden
spend
bestellen
order
bestendigen
perpetuate
bestraten
pave
bestuiven
pollinate
besuikeren
do
betoveren
bewitch

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pollinate':

None found.