Bekleden (to cover) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of bekleden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bekleed
I cover
bekleedt
you cover
bekleedt
he/she/it covers
bekleden
we cover
bekleden
you all cover
bekleden
they cover
Present perfect tense
heb bekleed
I have covered
hebt bekleed
you have covered
heeft bekleed
he/she/it has covered
hebben bekleed
we have covered
hebben bekleed
you all have covered
hebben bekleed
they have covered
Past tense
bekleedde
I covered
bekleedde
you covered
bekleedde
he/she/it covered
bekleedden
we covered
bekleedden
you all covered
bekleedden
they covered
Future tense
zal bekleden
I will cover
zult bekleden
you will cover
zal bekleden
he/she/it will cover
zullen bekleden
we will cover
zullen bekleden
you all will cover
zullen bekleden
they will cover
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bekleden
I would cover
zou bekleden
you would cover
zou bekleden
he/she/it would cover
zouden bekleden
we would cover
zouden bekleden
you all would cover
zouden bekleden
they would cover
Subjunctive mood
beklede
I cover
beklede
you cover
beklede
he/she/it cover
beklede
we cover
beklede
you all cover
beklede
they cover
Past perfect tense
had bekleed
I had covered
had bekleed
you had covered
had bekleed
he/she/it had covered
hadden bekleed
we had covered
hadden bekleed
you all had covered
hadden bekleed
they had covered
Future perf.
zal bekleed hebben
I will have covered
zal bekleed hebben
you will have covered
zal bekleed hebben
he/she/it will have covered
zullen bekleed hebben
we will have covered
zullen bekleed hebben
you all will have covered
zullen bekleed hebben
they will have covered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bekleed hebben
I would have covered
zou bekleed hebben
you would have covered
zou bekleed hebben
he/she/it would have covered
zouden bekleed hebben
we would have covered
zouden bekleed hebben
you all would have covered
zouden bekleed hebben
they would have covered
Du
Ihr
Imperative mood
bekleed
cover
bekleedt
cover

Examples of bekleden

Example in DutchTranslation in English
- Nee, ze wil het bankstel laten bekleden.- She crying? - No, she wants to re-cover the furniture.
Hij werd levend gevild en zijn huid werd gebruikt, om de stoel te bekleden waarin zijn zoon zou oordelen.He was skinned alive and his hide used to cover the chair in which his son would sit in judgement.
Je kunt met alle veerhuidjes hier nog geen duppie bekleden.There aren't enough foreskins here to cover a threepenny piece.
Kunnen we de aarde met leer bekleden om ze zacht te maken ? Nee.Can we cover the earth in leather so it's soft wherever we go?
Zodra je 'n beetje geld hebt, laat dan die bank opnieuw bekleden.As soon as you get a little money, have this couch re-covered.
U bent wat te weten gekomen sinds u dit ambt bekleedt.Speaking of which, I understand you've made some shocking discoveries since taking office. I have.
Alle ramen moeten met zwart materiaal, bekleed zijn, dat geen stof aantrekt.All the windows are to be covered with black material, a kind which does not accumulate dust.
En de stoelen zijn zwart bekleed.The seats... are covered in black.
Mijn wanden waren bekleed met zwart lakleer.I remember my walls were covered with black patent leather.
Een met basalt beklede kloof op de bodem van Lake Superior... toont dat er twee riften ontstonden onder Superior en Ontario.A basalt lined canyon discovered at the bottom of Lake Superior shows that two great rifts opened up below Lakes Superior and Ontario.
Het is prachtig met de kanten afwerking en de met zijde beklede knoopjes.It is beautiful, ma'am, with its lace edging and dome silk-covered buttons.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkleden
do
bedieden
do
behoeden
save
beklagen
complain
besteden
spend
betreden
tread
inkleden
clothe
omkleden
change
opkleden
dress up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cover':

None found.
Learning languages?