Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afkleden (to do) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kleed af
kleedt af
kleedt af
kleden af
kleden af
kleden af
Present perfect tense
heb afgekleed
hebt afgekleed
heeft afgekleed
hebben afgekleed
hebben afgekleed
hebben afgekleed
Past tense
kleedde af
kleedde af
kleedde af
kleedden af
kleedden af
kleedden af
Future tense
zal afkleden
zult afkleden
zal afkleden
zullen afkleden
zullen afkleden
zullen afkleden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afkleden
zou afkleden
zou afkleden
zouden afkleden
zouden afkleden
zouden afkleden
Subjunctive mood
klede af
klede af
klede af
klede af
klede af
klede af
Past perfect tense
had afgekleed
had afgekleed
had afgekleed
hadden afgekleed
hadden afgekleed
hadden afgekleed
Future perf.
zal afgekleed hebben
zal afgekleed hebben
zal afgekleed hebben
zullen afgekleed hebben
zullen afgekleed hebben
zullen afgekleed hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgekleed hebben
zou afgekleed hebben
zou afgekleed hebben
zouden afgekleed hebben
zouden afgekleed hebben
zouden afgekleed hebben
Present bijzin tense
afkleed
afkleedt
afkleedt
afkleden
afkleden
afkleden
Past bijzin tense
afkleedde
afkleedde
afkleedde
afkleedden
afkleedden
afkleedden
Future bijzin tense
zal afkleden
zult afkleden
zal afkleden
zullen afkleden
zullen afkleden
zullen afkleden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afkleden
zou afkleden
zou afkleden
zouden afkleden
zouden afkleden
zouden afkleden
Subjunctive bijzin mood
afklede
afklede
afklede
afklede
afklede
afklede
Du
Ihr
Imperative mood
kleed af
kleedt af

Examples of afkleden

Example in DutchTranslation in English
Ze moeten ademen en goed afkleden.It's supposed to breathe and wear down.
Kom van m'n kleed af.- This is what Benji would do.
-En het kleedt af, vind je niet?Plus it's kind of slimming, don't you think? No.
Dat kleedt af.Hey, Chloe, do you know about this?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbieden
keep bidding
afklaren
do
afsmeden
do
aftreden
kick down
bekleden
cover
inkleden
clothe
omkleden
change
opkleden
dress up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.