Afstralen (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of afstralen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
straal af
I do
straalt af
you do
straalt af
he/she/it does
stralen af
we do
stralen af
you all do
stralen af
they do
Present perfect tense
heb afgestraald
I have done
hebt afgestraald
you have done
heeft afgestraald
he/she/it has done
hebben afgestraald
we have done
hebben afgestraald
you all have done
hebben afgestraald
they have done
Past tense
straalde af
I did
straalde af
you did
straalde af
he/she/it did
straalden af
we did
straalden af
you all did
straalden af
they did
Future tense
zal afstralen
I will do
zult afstralen
you will do
zal afstralen
he/she/it will do
zullen afstralen
we will do
zullen afstralen
you all will do
zullen afstralen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afstralen
I would do
zou afstralen
you would do
zou afstralen
he/she/it would do
zouden afstralen
we would do
zouden afstralen
you all would do
zouden afstralen
they would do
Subjunctive mood
strale af
I do
strale af
you do
strale af
he/she/it do
strale af
we do
strale af
you all do
strale af
they do
Past perfect tense
had afgestraald
I had done
had afgestraald
you had done
had afgestraald
he/she/it had done
hadden afgestraald
we had done
hadden afgestraald
you all had done
hadden afgestraald
they had done
Future perf.
zal afgestraald hebben
I will have done
zal afgestraald hebben
you will have done
zal afgestraald hebben
he/she/it will have done
zullen afgestraald hebben
we will have done
zullen afgestraald hebben
you all will have done
zullen afgestraald hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgestraald hebben
I would have done
zou afgestraald hebben
you would have done
zou afgestraald hebben
he/she/it would have done
zouden afgestraald hebben
we would have done
zouden afgestraald hebben
you all would have done
zouden afgestraald hebben
they would have done
Present bijzin tense
afstraal
I do
afstraalt
you do
afstraalt
he/she/it does
afstralen
we do
afstralen
you all do
afstralen
they do
Past bijzin tense
afstraalde
I did
afstraalde
you did
afstraalde
he/she/it did
afstraalden
we did
afstraalden
you all did
afstraalden
they did
Future bijzin tense
zal afstralen
I will do
zult afstralen
you will do
zal afstralen
he/she/it will do
zullen afstralen
we will do
zullen afstralen
you all will do
zullen afstralen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afstralen
I would do
zou afstralen
you would do
zou afstralen
he/she/it would do
zouden afstralen
we would do
zouden afstralen
you all would do
zouden afstralen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afstrale
I do
afstrale
you do
afstrale
he/she/it do
afstrale
we do
afstrale
you all do
afstrale
they do
Du
Ihr
Imperative mood
straal af
do
straalt af
do

Examples of afstralen

Example in DutchTranslation in English
Ik kan het vermogen opvoeren, en zodra het krachtveld uit is, dan kunnen wij onszelf direct van de planeet afstralen.I can boost the power! Once the forcefield is down, and we can use this to beam us right off this planet.
Ik wist dat de glans van het Waldorf op m'n binnenlandse hotels zou afstralen maar erbuiten werkt het niet.I knew the patina of the Waldorf would shine over all my domestic properties, but it hasn't worked abroad.
Maar in het geval van 3C 321... knalt de straal op een melkwegstelsel. Hierdoor buigt de straal af... en dat veroorzaakt allerlei problemen.Normally it would propagate up to about a million light-years away, but in the special case of 3C321, that jet is slamming into the side of a companion galaxy, and in doing so, it's becoming disrupted and distorted and bent away.
Charlie krijgt een promotie en laat ons in de kou staan... omdat wij het zo goed doen dat het op hem afstraalt.What-what do you want? Charlie's getting a promotion and leaving us eating his dust... all 'cause we've been killing it to make him look good.
Daarna wilde ik het zonlicht vangen dat van de ramen afstraalt, want... het verduistert de reflectie van de kijker die op hen neerziet.And then I wanted to catch the sunlight flaring off the windows because it obscures the reflection of the viewer who's looking down at them.
Het is net of als zij iets verkeerd doen, dat gewoon hun manier is. Maar als wij iets verkeerd doen, het afstraalt op alle Joden.It's like, if they do something wrong, then it's just what they do, but if you or I do something, it somehow.... reflects on all Jews.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschalen
do
afstellen
adjust
afstrepen
daub
afstromen
do
afstropen
strip
bestralen
punish
omstralen
irradiate

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?