Omstralen (to irradiate) conjugation

Dutch

Conjugation of omstralen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
omstraal
I irradiate
omstraalt
you irradiate
omstraalt
he/she/it irradiates
omstralen
we irradiate
omstralen
you all irradiate
omstralen
they irradiate
Present perfect tense
heb omstraald
I have irradiated
hebt omstraald
you have irradiated
heeft omstraald
he/she/it has irradiated
hebben omstraald
we have irradiated
hebben omstraald
you all have irradiated
hebben omstraald
they have irradiated
Past tense
omstraalde
I irradiated
omstraalde
you irradiated
omstraalde
he/she/it irradiated
omstraalden
we irradiated
omstraalden
you all irradiated
omstraalden
they irradiated
Future tense
zal omstralen
I will irradiate
zult omstralen
you will irradiate
zal omstralen
he/she/it will irradiate
zullen omstralen
we will irradiate
zullen omstralen
you all will irradiate
zullen omstralen
they will irradiate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omstralen
I would irradiate
zou omstralen
you would irradiate
zou omstralen
he/she/it would irradiate
zouden omstralen
we would irradiate
zouden omstralen
you all would irradiate
zouden omstralen
they would irradiate
Subjunctive mood
omstrale
I irradiate
omstrale
you irradiate
omstrale
he/she/it irradiate
omstrale
we irradiate
omstrale
you all irradiate
omstrale
they irradiate
Past perfect tense
had omstraald
I had irradiated
had omstraald
you had irradiated
had omstraald
he/she/it had irradiated
hadden omstraald
we had irradiated
hadden omstraald
you all had irradiated
hadden omstraald
they had irradiated
Future perf.
zal omstraald hebben
I will have irradiated
zal omstraald hebben
you will have irradiated
zal omstraald hebben
he/she/it will have irradiated
zullen omstraald hebben
we will have irradiated
zullen omstraald hebben
you all will have irradiated
zullen omstraald hebben
they will have irradiated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omstraald hebben
I would have irradiated
zou omstraald hebben
you would have irradiated
zou omstraald hebben
he/she/it would have irradiated
zouden omstraald hebben
we would have irradiated
zouden omstraald hebben
you all would have irradiated
zouden omstraald hebben
they would have irradiated
Du
Ihr
Imperative mood
omstraal
irradiate
omstraalt
irradiate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afstralen
do
bestralen
punish

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

omhangen
do
omroepen
broadcast
omschudden
toss
omslingeren
do
omsmijten
do
omspelen
do
omstoten
knock over
omstrengelen
entwine
omverblazen
blow you away
omverschieten
shoot down

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'irradiate':

None found.
Learning languages?