Aanstoten (to nudge) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of aanstoten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stoot aan
I nudge
stoot aan
you nudge
stoot aan
he/she/it nudges
stoten aan
we nudge
stoten aan
you all nudge
stoten aan
they nudge
Present perfect tense
heb aangestoten
I have nudged
hebt aangestoten
you have nudged
heeft aangestoten
he/she/it has nudged
hebben aangestoten
we have nudged
hebben aangestoten
you all have nudged
hebben aangestoten
they have nudged
Past tense
stootte aan;stiet aan
I nudged
stootte aan;stiet aan
you nudged
stootte aan;stiet aan
he/she/it nudged
stootten aan;stieten aan
we nudged
stootten aan;stieten aan
you all nudged
stootten aan;stieten aan
they nudged
Future tense
zal aanstoten
I will nudge
zult aanstoten
you will nudge
zal aanstoten
he/she/it will nudge
zullen aanstoten
we will nudge
zullen aanstoten
you all will nudge
zullen aanstoten
they will nudge
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanstoten
I would nudge
zou aanstoten
you would nudge
zou aanstoten
he/she/it would nudge
zouden aanstoten
we would nudge
zouden aanstoten
you all would nudge
zouden aanstoten
they would nudge
Subjunctive mood
stote aan
I nudge
stote aan
you nudge
stote aan
he/she/it nudge
stote aan
we nudge
stote aan
you all nudge
stote aan
they nudge
Past perfect tense
had aangestoten
I had nudged
had aangestoten
you had nudged
had aangestoten
he/she/it had nudged
hadden aangestoten
we had nudged
hadden aangestoten
you all had nudged
hadden aangestoten
they had nudged
Future perf.
zal aangestoten hebben
I will have nudged
zal aangestoten hebben
you will have nudged
zal aangestoten hebben
he/she/it will have nudged
zullen aangestoten hebben
we will have nudged
zullen aangestoten hebben
you all will have nudged
zullen aangestoten hebben
they will have nudged
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangestoten hebben
I would have nudged
zou aangestoten hebben
you would have nudged
zou aangestoten hebben
he/she/it would have nudged
zouden aangestoten hebben
we would have nudged
zouden aangestoten hebben
you all would have nudged
zouden aangestoten hebben
they would have nudged
Present bijzin tense
aanstoot
I nudge
aanstoot
you nudge
aanstoot
he/she/it nudges
aanstoten
we nudge
aanstoten
you all nudge
aanstoten
they nudge
Past bijzin tense
aanstootte;aanstiet
I nudged
aanstootte;aanstiet
you nudged
aanstootte;aanstiet
he/she/it nudged
aanstootten;aanstieten
we nudged
aanstootten;aanstieten
you all nudged
aanstootten;aanstieten
they nudged
Future bijzin tense
zal aanstoten
I will nudge
zult aanstoten
you will nudge
zal aanstoten
he/she/it will nudge
zullen aanstoten
we will nudge
zullen aanstoten
you all will nudge
zullen aanstoten
they will nudge
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanstoten
I would nudge
zou aanstoten
you would nudge
zou aanstoten
he/she/it would nudge
zouden aanstoten
we would nudge
zouden aanstoten
you all would nudge
zouden aanstoten
they would nudge
Subjunctive bijzin mood
aanstote
I nudge
aanstote
you nudge
aanstote
he/she/it nudge
aanstote
we nudge
aanstote
you all nudge
aanstote
they nudge
Du
Ihr
Imperative mood
stoot aan
nudge
stoot aan
nudge

Examples of aanstoten

Example in DutchTranslation in English
Iemand zal je aanstoten.Someone gonna brush by you, maybe give you a little nudge.
Ik heb zelfs mensen elkaar zien aanstoten.I've even seen a nudge in the past.
Ik zal ze aanstoten.Let me give them a nudge.
Jou zou ik toch niet aanstoten.If there were, I wouldn't nudge it anyway.
Zal ik je bellen of aanstoten ?Shall I phone you or nudge you?
Hij had maar een kleine aanstoot nodig.To his credit, all he needed was that little nudge.
Hoe ik je elke stap een aanstoot gaf.The way I nudged you every step of the way.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aankloten
do
aanspeten
do
aanstaren
stare
aansteken
ignite
aanstoken
abet
aanstomen
do
aansturen
do
aanstuwen
do

Similar but longer

aanstorten
grout

Random

aanroken
do
aanschikken
draw up
aanschoppen
do
aanstoppen
and pointing
aanstorten
grout
aanstouwen
do
aantappen
do
aanvaren
convey in ships
aanvijzen
do
aanvlammen
flam

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'nudge':

None found.
Learning languages?