Aanstomen (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of aanstomen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stoom aan
I do
stoomt aan
you do
stoomt aan
he/she/it does
stomen aan
we do
stomen aan
you all do
stomen aan
they do
Present perfect tense
heb aangestoomd
I have done
hebt aangestoomd
you have done
heeft aangestoomd
he/she/it has done
hebben aangestoomd
we have done
hebben aangestoomd
you all have done
hebben aangestoomd
they have done
Past tense
stoomde aan
I did
stoomde aan
you did
stoomde aan
he/she/it did
stoomden aan
we did
stoomden aan
you all did
stoomden aan
they did
Future tense
zal aanstomen
I will do
zult aanstomen
you will do
zal aanstomen
he/she/it will do
zullen aanstomen
we will do
zullen aanstomen
you all will do
zullen aanstomen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanstomen
I would do
zou aanstomen
you would do
zou aanstomen
he/she/it would do
zouden aanstomen
we would do
zouden aanstomen
you all would do
zouden aanstomen
they would do
Subjunctive mood
stome aan
I do
stome aan
you do
stome aan
he/she/it do
stome aan
we do
stome aan
you all do
stome aan
they do
Past perfect tense
had aangestoomd
I had done
had aangestoomd
you had done
had aangestoomd
he/she/it had done
hadden aangestoomd
we had done
hadden aangestoomd
you all had done
hadden aangestoomd
they had done
Future perf.
zal aangestoomd hebben
I will have done
zal aangestoomd hebben
you will have done
zal aangestoomd hebben
he/she/it will have done
zullen aangestoomd hebben
we will have done
zullen aangestoomd hebben
you all will have done
zullen aangestoomd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangestoomd hebben
I would have done
zou aangestoomd hebben
you would have done
zou aangestoomd hebben
he/she/it would have done
zouden aangestoomd hebben
we would have done
zouden aangestoomd hebben
you all would have done
zouden aangestoomd hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanstoom
I do
aanstoomt
you do
aanstoomt
he/she/it does
aanstomen
we do
aanstomen
you all do
aanstomen
they do
Past bijzin tense
aanstoomde
I did
aanstoomde
you did
aanstoomde
he/she/it did
aanstoomden
we did
aanstoomden
you all did
aanstoomden
they did
Future bijzin tense
zal aanstomen
I will do
zult aanstomen
you will do
zal aanstomen
he/she/it will do
zullen aanstomen
we will do
zullen aanstomen
you all will do
zullen aanstomen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanstomen
I would do
zou aanstomen
you would do
zou aanstomen
he/she/it would do
zouden aanstomen
we would do
zouden aanstomen
you all would do
zouden aanstomen
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanstome
I do
aanstome
you do
aanstome
he/she/it do
aanstome
we do
aanstome
you all do
aanstome
they do
Du
Ihr
Imperative mood
stoom aan
do
stoomt aan
do

Examples of aanstomen

Example in DutchTranslation in English
Ferruggia was niet alleen stoom aan het afblazen. Hij wist wat hij zei.I don't think Farruggia was lying, he knew what he was saying.
Ik ben inderdaad stoom aan het afblazen en ik ben nog niet klaar, dus... tenzij je een vuurwapen kunt hanteren, doe me een plezier en laat me met rust.Well, I am blowing off steam, Donna, and I'm not finished, so unless you can handle a pistol, do me a favor please and just leave me alone.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanstaren
stare
aansteken
ignite
aanstoken
abet
aanstoten
nudge
aansturen
do
aanstuwen
do

Similar but longer

aanstormen
do
aanstromen
flow towards

Random

aanleunen
lean
aanrekenen
do
aanspoeden
approach speedily
aanspoelen
approach speedily
aansteken
ignite
aanstellen
appoint
aanstijven
do
aanstoken
abet
aanstoppen
and pointing
aantrippelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?