Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aankoppelen (to do) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of aankoppelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
koppel aan
I do
koppelt aan
you do
koppelt aan
he/she/it does
koppelen aan
we do
koppelen aan
you all do
koppelen aan
they do
Present perfect tense
heb aangekoppeld
I have done
hebt aangekoppeld
you have done
heeft aangekoppeld
he/she/it has done
hebben aangekoppeld
we have done
hebben aangekoppeld
you all have done
hebben aangekoppeld
they have done
Past tense
koppelde aan
I did
koppelde aan
you did
koppelde aan
he/she/it did
koppelden aan
we did
koppelden aan
you all did
koppelden aan
they did
Future tense
zal aankoppelen
I will do
zult aankoppelen
you will do
zal aankoppelen
he/she/it will do
zullen aankoppelen
we will do
zullen aankoppelen
you all will do
zullen aankoppelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aankoppelen
I would do
zou aankoppelen
you would do
zou aankoppelen
he/she/it would do
zouden aankoppelen
we would do
zouden aankoppelen
you all would do
zouden aankoppelen
they would do
Subjunctive mood
koppele aan
I do
koppele aan
you do
koppele aan
he/she/it do
koppele aan
we do
koppele aan
you all do
koppele aan
they do
Past perfect tense
had aangekoppeld
I had done
had aangekoppeld
you had done
had aangekoppeld
he/she/it had done
hadden aangekoppeld
we had done
hadden aangekoppeld
you all had done
hadden aangekoppeld
they had done
Future perf.
zal aangekoppeld hebben
I will have done
zal aangekoppeld hebben
you will have done
zal aangekoppeld hebben
he/she/it will have done
zullen aangekoppeld hebben
we will have done
zullen aangekoppeld hebben
you all will have done
zullen aangekoppeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangekoppeld hebben
I would have done
zou aangekoppeld hebben
you would have done
zou aangekoppeld hebben
he/she/it would have done
zouden aangekoppeld hebben
we would have done
zouden aangekoppeld hebben
you all would have done
zouden aangekoppeld hebben
they would have done
Present bijzin tense
aankoppel
I do
aankoppelt
you do
aankoppelt
he/she/it does
aankoppelen
we do
aankoppelen
you all do
aankoppelen
they do
Past bijzin tense
aankoppelde
I did
aankoppelde
you did
aankoppelde
he/she/it did
aankoppelden
we did
aankoppelden
you all did
aankoppelden
they did
Future bijzin tense
zal aankoppelen
I will do
zult aankoppelen
you will do
zal aankoppelen
he/she/it will do
zullen aankoppelen
we will do
zullen aankoppelen
you all will do
zullen aankoppelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aankoppelen
I would do
zou aankoppelen
you would do
zou aankoppelen
he/she/it would do
zouden aankoppelen
we would do
zouden aankoppelen
you all would do
zouden aankoppelen
they would do
Subjunctive bijzin mood
aankoppele
I do
aankoppele
you do
aankoppele
he/she/it do
aankoppele
we do
aankoppele
you all do
aankoppele
they do
Du
Ihr
Imperative mood
koppel aan
do
koppelt aan
do

Examples of aankoppelen

Example in DutchTranslation in English
-Bij wie gaan we aankoppelen?- Who are we docking with?
De capsule zal automatisch aankoppelen met de satelliet over vijf... vier...drie... twee... één.The capsule will auto dock with the satellite in five... four... three... two... one.
Die kan binnen twee uur aankoppelen.It could dock with the Columbia in two hours.
Die moet ik aankoppelen, maar dat kan ik niet alleen.I need to hitch it onto my car, but I can"t do it alone.
Hij vraagt of hij mag aankoppelen.He's asking permission to dock.
En, ja, dat is de eerste keer dat ik iets negatief koppel aan een opblaaspop.And yes, that's the first time I've ever implied something negative about a blow-Up doll.
Als je kijkt naar wat je hebt meegemaakt en als je dat koppelt aan al het bijgeloof dat we met spiegels hebben dan vind ik inderdaad dat je het niet slecht doet.ln light of all you've been through... combined with all the superstitions we hold regarding mirrors... l'd say you're doing pretty good indeed.
Commandant, dit schip koppelt aan op bovenpyloon 2.I've cleared the Skrreean ship to dock at upper pylon two.
Een locomotief nadert de achterzijde, koppelt aan en probeert de trein af te remmen.A single locomotive moves in from behind, catches up, hooks up and then brakes in an effort to slow it down.
Ik weet het niet, maar wat ik wel wil weten is waarom iemand een geweer koppelt aan zijn eigen voordeur.I don't know, but what I do wanna know is Why someone rigs a shotgun to their front door.
Lemand koppelt aan?Somebody docking? !
Als ik niet snel een vrouw vind die zij leuk vindt, dan begint ze mij te koppelen aan al haar "leuke" dochters van haar vriendinnen.If I don't find a girl that she likes soon, she's gonna start setting me up with all her friends' "fun" single daughters.
Als we deze documenten kunnen koppelen aan hen beiden, kunnen we naar de politie.So, if we can link these documents up connecting the two of them, that's enough to take to the cops. How are we gonna get them, though?
Dit is een bericht verzonden door Ben Diamond, en als je niet denkt dat dit een regelrechte maffia oorlog gaat starten... Maar om zijn dood te koppelen aan het gokwetsvoorstel zonder bewijs?This is a message sent by Ben Diamond, and if you don't think for a second that this isn't gonna start an outright mob war... but to link his death to the gambling bill without proof?
Goed, we moeten deze nummers natrekken, kijken of we een van hen kunnen koppelen aan Ganz' koper.Okay, we need to run down these numbers, see if we can trace one of them to Ganz's buyer.
Het enige wat hij moest doen, is dit busje koppelen aan die ontvoering in LA.All he had to do was see that this van was connected to the LA kidnapping.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanhuppelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.