Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanbrengen (to install) conjugation

Dutch
10 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
breng aan
brengt aan
brengt aan
brengen aan
brengen aan
brengen aan
Present perfect tense
heb aangebracht
hebt aangebracht
heeft aangebracht
hebben aangebracht
hebben aangebracht
hebben aangebracht
Past tense
bracht aan
bracht aan
bracht aan
brachten aan
brachten aan
brachten aan
Future tense
zal aanbrengen
zult aanbrengen
zal aanbrengen
zullen aanbrengen
zullen aanbrengen
zullen aanbrengen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanbrengen
zou aanbrengen
zou aanbrengen
zouden aanbrengen
zouden aanbrengen
zouden aanbrengen
Subjunctive mood
brenge aan
brenge aan
brenge aan
brenge aan
brenge aan
brenge aan
Past perfect tense
had aangebracht
had aangebracht
had aangebracht
hadden aangebracht
hadden aangebracht
hadden aangebracht
Future perf.
zal aangebracht hebben
zal aangebracht hebben
zal aangebracht hebben
zullen aangebracht hebben
zullen aangebracht hebben
zullen aangebracht hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangebracht hebben
zou aangebracht hebben
zou aangebracht hebben
zouden aangebracht hebben
zouden aangebracht hebben
zouden aangebracht hebben
Present bijzin tense
aanbreng
aanbrengt
aanbrengt
aanbrengen
aanbrengen
aanbrengen
Past bijzin tense
aanbracht
aanbracht
aanbracht
aanbrachten
aanbrachten
aanbrachten
Future bijzin tense
zal aanbrengen
zult aanbrengen
zal aanbrengen
zullen aanbrengen
zullen aanbrengen
zullen aanbrengen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanbrengen
zou aanbrengen
zou aanbrengen
zouden aanbrengen
zouden aanbrengen
zouden aanbrengen
Subjunctive bijzin mood
aanbrenge
aanbrenge
aanbrenge
aanbrenge
aanbrenge
aanbrenge
Du
Ihr
Imperative mood
breng aan
brengt aan

Examples of aanbrengen

Example in DutchTranslation in English
- Ik wil een steunhart aanbrengen.I would like to install a left ventricular assist device.
Die wilde ik nog aanbrengen.Did you install that? I was going to put it in.
Je moet een reling langs de trap laten aanbrengen.Okay. We, that means you, should install a guard rail on the steps.
Nadat we klaar zijn met de verdeelkasten, kunnen we morgen verder gaan met het aanbrengen van de leidingklemmen. Jawel, mijnheer.All right, after we're done with the junction boxes, we can go ahead and start installing the conduit supports tomorrow, okay?
We moeten alleen wat sloten aanbrengen en wat baby meubels in elkaar zetten.We just have to install some locks and put together some baby furniture.
Behalve het alarmsysteem beneden, heeft hij een aangepast beveiligingssysteem... in het hele huis aangebracht.Besides the alarm system downstairs, He custom installed a state of the art security system throughout the entire house.
De afdeling openbare werken zegt dat die Victoriaanse lamp uit 1905... slechts in zeven straten is aangebracht.The Department of Public Works says that that Victorian light, circa 1905, was installed on only seven of those streets.
Er wordt een extra duikplank aangebracht voor Melons sprong, de driedubbele Lindy.There will be an additional springboard installed... for Melon's dive, the Triple Lindy.
Goed, ik heb drukvoelers aangebracht in de polsen en de achterkant van de ruggengraat.Okay, now, I've installed force sensors in the wrists and the back of the spine.
Ik heb alle spaarlampen aangebracht. Waar heb je de oude lampen gelaten?Marge, I installed all the low-energy bulbs.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'install':

None found.